zaak zou zijn, maar men is zich niet bewust van het feit dat daar ooit mee begonnen is, veel min dat hetselve so verduijsterd zoude zijn als den schout quaadaartiglijk komt voor te geven. Ten aanzien van afhandelen van rechtszaken voor de vierschaar: dit heeft de schout zelf verzocht en de zaken zijn al tijd qua financiën goed met de procureur geregeld, waarmede den schout altoos genoegen heeft genomen, sonder ooit daartegen iets gezegt te hebben. De burgermeesters hebben altijd overlegd met de plaatsvervanger van de schout, de presiden- schepen en niets buiten hem om gedaan. Voorts wordt ontkend dat men zich ooit laatdunkend over de schout heeft uitgelaten. Wat de zaak van Auke Ritskes betreft, is inderdaad gezegd wij zijn uw par tijen niet, maar de overige woorden scheelt 'er wat aan zeg het ons, wij zullen 'er zorg voor dragen zijn geheel door de procureur, notaris Van Dam, verzonnen. Er zijn inderdaad twee boeken met keuren van Texel, de één ter secretarie en de ander, nu de schout niet meer op het eiland is, berust bij de president-schepen als zijn plaatsvervanger, om de strafmaat te kunnen bepalen en behoort dus niet bij de procureur, oordelen de regenten. Voorts heeft de president-schepen nooit opdracht gegeven in zijn naam iemand te dagvaarden en ook is het eene notoire onwaarheijd dat hij President een be keurden zoude hebben aangezogt om met hem te accorderen, zijnde alle deese drie voorgevens vuijle leugentaal door Van Dam versonnen. Tenslotte meent de president-schepen Kok wel be voegd te zijn, als plaatsvervanger van de schout, om zaken af te handelen. Bovendien verwaardigt de schout zich niet in gevallen dat advies gevraagd wordt, te antwoorden, bijvoorbeeld in het geval met procureur Van Dam, die een zegel gefraudeerd hadde. En wat het inkorten van de schouwdagen betreft, dit is gedaan tot welstand en verbetering van het onderhouden van de dijken, met volkomen goedvinden en ten overstaan so van 's lands opsiender alhier, als van des Schouts gesubstitueerde Dijkgraaff Klaas Luijtsen. Gezien de antwoorden van de regenten van Texel is geen twijfel meer mogelijk. De schout die reeds 73 jaar is, zal moeten wijken. Hij beseft dit zelf blijkbaar ook. Huijdecoper stelt een andere schout voor De Staten van Holland hebben de hele kwestie doorgespeeld voor advies aan de Gecommiteerde Raden van Westvriesland en het Noorderkwartier te Hoorn. Deze zenden op 6 mei 1679 aan de bur gemeesters en schepenen van Texel een kopie van het verzoek van schout Huijdecoper en Fredrik Roosenboom de jonge. De schout verzoekt hierbij van zijn functie ontheven te worden vermits des- selfs toenemende ouderdom, en minderende kragten, ten behoeve van Fredrik Roosenboom de jonge, oud 29 jaar en wonend op Texel, maar met behoud van salaris en verdere voordelen voor hem, Baltha zar Huijdecoper. Hier zien we dat de rijkdom elkaar weer de bal toe speelt. Fredrik Roosenboom de jonge is de zoon van Fredrik Roosenboom, de commissaris van de admiraliteit van Amsterdam, wonende op Roos en Hout, vlakbij Brakenstein. Zij waren de bonus-ver dieners van die tijd: Roosenboom met ca. 2570,— en Huijdecoper met ca. 2000,- per jaar (inko men van een gemiddelde Texelaar ca. 200,— per jaar). Huijdecoper kende Roosenboom uiteraard en heeft waarschijnlijk met hem afgesproken zijn zoon naar voren te schuiven. Deze zou dan na de dood van de oude schout eerst werkelijk gaan ver dienen. Voordat de Gecommiteerde Raden advies geven aan de Staten van Holland willen zij de burgemees ters en schepenen van Texel hierover raadplegen. Antwoord van de Regenten van Texel Op 17 mei 1769 beantwoorden de regenten van Texel de brief aan de Gecommiteerde Raden. Ze verklaren blij te zijn met een nieuwe schout, maar Keldertrap in het Schoutshuis in 191 3. coll. wilmaEelman 28 Historische Vereniging Texel Nummer 99 juni 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2011 | | pagina 30