nen aan boord. H.J.F Eilbracht was kapitein op het
Bataafse fregat Beschermer met 54 kanonnen.6 Alle
drie waren bij de familie Wentel ingekwartierd.]
Maandag 11 november. De kapiteins zijn heden
ochtend vertrokken. De schout bij nacht Story is
met de Engelsen gegaan. Of dit met of tegen zijn
zin is zal de tijd leren. Thans nadert het eind der
Engelse expeditie. Dagelijks gaan er een menigte
schepen uit [van de Rede naar zee]. Ook komen er
veel zieken en sterven er veel, meest aan roodloop
dysenterie]Op Ameland is verongelukt het En
gelse schip de Valk. Van de vijfhonderd mensen
zijn slechts twintig geborgen.
Dinsdag 19 november. Thans zijn alle Engelsen
verdwenen, zodat die historie is afgelopen.
't Is of het een droom is. Zulk een gebeurtenis ver
geet men nooit.
Texel, 20 november 1799, N. Wentel
Wie was die N. Wentel?
Dit dagboek berust in het familiearchief De Lange
in het Regionaal Archief Alkmaar. Bij de toelich
ting op dit archief wordt vermeldt dat N. Wentel
vermoedelijk Anna Wentel, ofwel Naatje Wentel is.
Naatje Wentel was de in 1785 in Oudeschild gebo
ren dochter van Abraham Wentel en Neeltje
Schiere. Ik geef toe, het is verleidelijk om in eerste
instantie bij ordening van dit familiearchief De
Lange de naam N. Wentel te associëren met An-
naatje Wentel, die in 1810 trouwde met Adrianus
Petrus de Lange, notaris te Alkmaar. Maar uit het
dagboek blijkt iets anders:
Op 27 oktober is sprake van schoonbroer Booms-
ma, dus zwager Boomsma. Annaatje Wentel heeft
geen zwager Boomsma. Al eerder in het dagboek
worden Aafje en Boomsma samen genoemd. Rintje
Oepkes Boomsma chirurgijn en adj. maire in Den
Helder, was getrouwd met Aafje Wentel (TX 1757-
1813), dochter van Adriaan Wentel en Catharina
Coppens. Aafje was de jongste zuster van notaris
en procureur Abraham Wentel (1749 - 1829) te
Oudeschild. Volgens een akte van notaris Jan Star
was Abraham Wentel in 1777 ook collecteur van
de inkomende granen, tabak, grove waren, ronde
mast, brandhout, fruyten, broten, consumptie,
zout, zout, gemaal, het bestiaal, bieren, turf en
kooien, wijnen en gedestilleerd7 en, tot het Ba
taafse Rijk ingelijfd werd bij Frankrijk, ambtenaar
bij de convoyen en licenten en commies ter uitkla-
ring (douaneambtenaar). Hij was getrouwd met de
uit Harlingen afkomstige Neeltje Schiere (1753 -
1824). Zij waren de ouders van (An)naatje Wentel.
Rintje Boomsma en Aafje Wentel waren dus zwa
ger en schoonzus van Neeltje Wentel-Schiere.
Zondag 13 oktober ontvangt de schrijfster een
brief van 'ons lieve Naatje' en is tot tranen toe ge
roerd. Het lijkt er dus sterk op dat Neeltje Wentel-
Schiere, behalve moeder van 'ons lieve Naatje' en
schoonzus van Boomsma, ook de schrijfster is van
dit dagboek.
Dit maakte het mogelijk om ook een aantal andere in
het dagboek genoemde personen beter te plaatsen:
Lucas, met z'n kaag, was Lucas Wentel (1756 -
1824), een jongere broer van notaris Abraham
Wentel. Hij was kaagschipper, grossier en slijter
van sterke drank. Hij trouwde met Grietje Isbrants
Blankman. Misschien was dat wel de Grietje waar
mee Neeltje Wentel-Schiere op 24 augustus naar
de Hooge Berg liep. Kaatje (1787 - 1825), de doch
ter van Lucas en Grietje, trouwde met Klaas Simon
Kikkert (1787 - 1875), evenals zijn vader brood
bakker in Oudeschild.
De koopvaardijkapitein Leendert Pruijt was ge
trouwd met Antje Wentel (1751 - 1779) een jon
gere zuster van Abraham Wentel. Na haar overlij
den hertrouwde Pruijt met Antje Alders Kwast,
weduwe van Jacob Pietersz Dogger. En ook de fa
milie Kwast was al eerder aan de familie Wentel
gerelateerd: Tante Lijsbeth Wentel (1719 - 1762)
was getrouwd met Cornelis Quast.
Met de familie in Alkmaar wordt waarschijnlijk het
gezin van Hendrik Wentel, de jongste broer van
Abraham bedoeld.8
Tenslotte
Door de simpele bewoordingen en beschrijvingen
geeft dit dagboek een beeld van de bezorgdheid
voor en betrokkenheid van Neeltje bij haar aange
trouwde familie en haar mededogen met de door
de invasie getroffenen. De schaarste aan levens
middelen, de zware last van de inkwartiering voor
de plattelandsbevolking, de schade aan vee en ge
wassen waren voorboden van een zware, koude en
hongerige winter voor de bevolking van Texel,
maar vooral voor de mensen op het platteland ten
noorden van Alkmaar. Het uitroepen van 19 de
cember tot Nationale Feestdag, de voorzitter van
de le Kamer sprak van een Feest der Verlossing,
zal daar geen verlichting in gebracht hebben.
Wilma Eelman
6 Vonk, 52-53
7 NHA Notarieel 185 inv. 4902 fol. 35 8 RAA archief De Lange, inv. 95
Nummer 99 juni 2011
Historische Vereniging Texel
19