5 oktober. Thans hebben we de tijding ontvangen
dat eergisteravond de Engelsen bezit van Alkmaar
hebben genomen na een gevecht van 2 dagen dat
allerwoedendst is geweest. De mensen die daarbij
gesneuveld zijn is verschrikkelijk. Men zegt dat de
lijken 6 hoog op elkaar liggen. Het in bezit nemen
der stad door de Engelsen is, zegt men, zeer stil in
zijn werk gegaan en niemand heeft daardoor gele
den, maar de dorpen en het platteland zien er jam
merlijk uit. De Fransen plunderen ook.
Dinsdag 8 oktober. Bericht uit Alkmaar: alles wel.
De Engelsen zijn zeer stil in de stad gekomen en
geen mens heeft iets geleden, zodat zij er blij zijn.
De inkwartiering der Fransen is ondragelijk ge
weest.
Woensdag 9 oktober. De Engelsen zijn weer uit
Alkmaar getrokken en men zegt dat zij sterk retire
ren. Vandaag hebben zij weer slaags geweest. Dat
hebben wij aan de sterke rook gezien en ook som
tijds geschut gehoord.
God weet hoe het nog met ons en De Helder zal af
lopen. Nog zijn we met die 3000 man scheepsvolk
opgescheept. Wij hebben thans 6 man. Om één
roggebrood te krijgen moeten we veel moeite
doen: 't Is dat we heel goede vrienden met de men
sen zijn, anders kregen we 't niet, doch moet bij
avond vrij laat worden gehaald, zo dat het is of
men 't steelt.
10 oktober: een brief van Aafje en Boomsma: de
eerste meldt dat zij meest door de grond zonk op
het zien van de graaf van Bijland en dat die hun
vertelde dat Ridder York order had gegeven die
nacht Alkmaar stilletjes te verlaten, 't geen ook
reeds was geschied. Zodat ze weer in een dodelijke
verlegenheid zijn wat haar lot zal worden. Ook
zegt ze dat ze weer een doctor hebben ingekwart
ierd die gisteren uit Engeland is gekomen, mel
dende dat hij met 17 doctoren gekomen is en dat
er nog 100 in rekwisitie genomen zijn om hier
naar toe te vertrekken en dat er over 14 dagen
weer 30.000 man best volk gereed zijn om hier
naar toe te gaan. Ze zegt het is onbeschrijfelijk, de
gekwetsten die hier komen. Alle huizen liggen vol,
zo ook in Schagen en alle dorpen. De mensen zijn
zelfs geen meester in hun huis en dan moeten ze
hun bedden nog geven, die door het sterke bloe
den der patiënten bedorven worden, oude lakens,
pluksel en eten. En als ze daar iets van zeggen
wordt de la helemaal uitgehaald (zie, zo gaat het in
oorlogstijd).
De heer Carpentier had wel honderd gekwetsten in
zijn huis, dat staat in de Zijpe. [Carpentier was
dijkgraaf van de Zijpe en boerde op 'Brandtwijk' aan
de Grote Sloot.]4 En zo zijn er meer. Daarbij begint
het gebrek aan levensmiddelen hand over hand toe
te nemen. Onze toestand is zorgelijker dan ooit,
zegt Boomsma en maakt ons rusteloos. God, be
stuur alles tot weijse einder en zij ons genadig.
12 oktober. Brief van Boomsma dat er enige van de
voornaamste Heeren weer naar Engeland zijn ver
trokken, dat er veel ingescheept wordt, zowel ge
wonden als anderszins en bij de meeste troepen de
schrik en vrees de plaats heeft ingenomen van de
moed en courage. En die Russen, o, dat is een bar
baars volk. Ze verkopen al veel dingen die ze van
de boeren geroofd en geplunderd hebbén.
Deze ochtend zagen we een 20 of 30 vaartuigen
onder de Vlieter, vergezeld van 2 gewapende En
gelse. Eerst dacht men dat het allen gewonden wa
ren, maar het bleken met graan geladen vaartuigen
te zijn, door hun genomen, zo van de Lemmer als
[uit] andere plaatsen.
Zondag 13 oktober. Het eerste gezicht was een
vloot van 20 of meer Engelse schepen onder de
Vlieter, die alle weer terug komen van de expeditie
op de Zuiderzee. Zo dat het sterk achteruit gaat.
Gisteren, zegt men, is er een schip van hun op
't Vlie verongelukt, waarop 240 zieken, die alle, op
één na, mede vergaan zijn. Men gelooft het een
schip met geld was. Indien dit zo is, zijn de slagen
niet gering die de Engelsen treffen, want deze
ganse expeditie zal zonder vrucht aflopen en on
noemelijke schatten gekost hebben, want de gun-
jes [guinea's, Engelse munten met een waarde van
21 shilling. Er gingen toen 20 shilling in 1 Britse
pond] gingen op Den Helder meer in zwang en in
groter kwantiteit als te voren de zestehalven. Ech
ter zullen nog heel veel er klappen van hebben,
doch de winkelier wordt prompt betaald, zo er
maar voorraad was, doch dat is op en rog- noch
wittebrood is er niet meer. Zodat [schoon]zuster
zegt: "we zullen nu wel zien moeten Engels hard
brood te krijgen".
Vanochtend hadden we 't genoegen een letter van
ons lieve Naatje en verdere waarde vrienden te
zien. Dit was een verkwikking, zo groot, dat mij
van vreugd de tranen uit de ogen barstten.
Heden namiddag zagen we de schout bij nacht
Story van Enkhuizen terugkomen, 't welk ons deed
denken [dat] Enkhuizen ook weer in handen van
de Fransen is.
Maandag 14 oktober niets van belang. Maar
's avonds 7 uur kwam de roeper om de burgers te
4 Dekker
Nummer 99 juni 2011
Historische Vereniging Texel
17