tweetal foto's uit het fotoalbum van de familie Mak staat Reijer afgebeeld, gekleed in een donker kos tuum. Ook zou hij geregeld handschoenen (glacés) gedragen hebben. De verstandhouding tussen Mees ter Mak en Reijer zou niet vrij van irritaties en span ningen geweest zijn, welke soms leidden tot woor denwisselingen tussen vader en zoon1. Of Reijer net als zijn vader ook graag een klein sigaartje rookte, heb ik helaas niet kunnen achterhalen. Een korte familiegeschiedenis De vader van Reijer Leendert Mak, Joost Mak, werd op 14 juli 1876 in Middelburg geboren. Zijn ouders waren Leendert Mak en Maria Cornelia van der Hilt. Joost volgde een opleiding tot onderwijzer. In de maand juli van het jaar 1897 werd Joost Mak, inmid dels onderwijzer in het in de Hoekse Waard gelegen Westmaas, na een korte sollicitatieprocedure door de Raad van de Gemeente Texel benoemd tot onderwij zer aan de Openbare Lagere School te De Koog. De akte van benoeming was ondertekend door de toen malige burgemeester Strick van Linschoten en secre taris J.A.Wesstra. De benoeming ging in op 15 augus tus en werd gehonoreerd met een jaarwedde (salaris) van vijfhonderd en vijftig gulden. Het hoofd der school was de heer Frederik Heeroma. Na zijn benoeming tot onderwijzer op Texel kwam Joost in de kost bij Jacob Maartensz. Zuidewind en zijn echtgenote Naatje Daalder. Ongetwijfeld heeft Joost via Naatje kennis gemaakt haar ongehuwde zus Pietertje. Naatje en Pietertje waren twee van de vele kinderen geboren uit het huwelijk van Reijer Zoete lief Daalder, veehouder te De Koog en zijn echtgenote Catharina Kuiper. Naatje werd geboren in 1848, ter wijl Pietertje ruim tien jaar later op 9 november 1858 het levenslicht zag. Bijzonder maar vooral diep tra gisch was het feit dat beide ouders een uur na elkaar, op dezelfde dag, 8 mei 1899, overleden zijn aan de gevolgen van influenza (griep). Dit is mogelijk de zelfde griep geweest die in de Verenigde Staten van Amerika reeds veel slachtoffers had gemaakt. Met het aan haar nagelaten erfdeel liet Pietertje Daalder in 1899 een huis bouwen op een locatie aan de Dorps straat, later bekend als De Koog 16 (K 16). In een po lis van de Nederlandsche Maatschappij van Brand verzekering te Tiel van 28 september 1899, waarin Pietertje als eigenaresse wordt genoemd, werd dit nog niet geheel afgewerkte huis tegen de gevolgen van brandschade, die God genadig gelieve te verhoeden! verzekerd voor een herbouwwaarde van 1500,-. De tussen Pietertje enjoost ontstane romance werd op 29 december 1899 bezegeld door een huwelijk. Enige haast leek geboden gezien de geboortedatum, 11 augustus 1900, van de eerstgeboren dochter Maria Catharina. Een kleine driejaar later werd op 17 april 1903 werd een zoon geboren, Reijer Leendert. In de aan het huwelijk voorafgaande periode vroeg Joost per brief, gedateerd 27 juli 1899, aan Burge meester en Wethouders beleefd, verlof tot het waarne men van zijn militaire plichten in de periode 30 augus tus tot 3 oktober. Het pasgetrouwde paar woonde op diverse locaties in de Dorpsstraat in De Koog alvorens zij zich definitief vestigden in het hierboven ge noemde pand K 16, dat op 11 september 1958 werd omgenummerd naar Dorpsstraat 21. Dochter Maria (Marie) Mak trouwde in 1926 met C. (Kees) de Marie, en verhuisde naar Eindhoven. Op 12 februari 1928 is Pietertje Mak-Daalder overle den. Zij werd begraven op de Algemene Begraafplaats in Den Burg in grafstede Nummer 4, Regel VII, Vak B, een nog steeds bestaand graf. In hetzelfde jaar werd Maria Kapel, een gescheiden vrouw met haar dochter Johanna Maria van den Houdt, huishoudster bij Meester Mak en trok bij hem in. Johanna (J°Pie) was toen ongeveer negen jaar. Op 25 november van dit jaar strandde de Noorse, met hout geladen motorschoener Hoydal even benoorden paal 20. Samen met Meester Mak bracht Jopie een bezoek aan het wrak. Jopie zat van 1928 tot 1933 bij Meester Mak op school. Op 24 maart 1937 trouwde Joost Mak met zijn huis houdster Maria Kapel en werd hij de stiefvader van Jopie, Jopie van Meester Mak'. In november 1943 trad Jopie in het huwelijk met Willem Arie 'Bill' Vis ser, broer van mijn moeder Johanna C.A. 'Han' Visser. Dit feestelijke gebeuren was tevens de reden voor mijn eerste bezoek aan Texel. Vanuit onze toenmalige woonplaats Den Helder maakten mijn ouders samen met mij de oversteek over het Marsdiep en was ik, als knaapje van ruim anderhalf, bij dit huwelijk aanwe zig. Het is dus vrijwel zeker dat Reijer en ik in eikaars nabijheid zijn geweest. Een, zoals een journalist van de Texelse Courant ooit schreef, 'flinterdunne', eigen lijk niet bestaande familieband. Mijn contact met Meester Mak Joost 'Meester' Mak heb ik gekend in de jaren vanaf 1947, ik was vijfjaar, het jaar dat ik met een zekere regelmaat Texel bezocht, tot aan zijn overlijden in 1962. Mijn contact met hem moet gezien worden in het perspectief van een schooljongen met de oude door iedereen in het dorp gekende en gerespecteerde dorpsonderwijzer. Net als iedereen in De Koog sprak ik hem aan met 'Meester'. Ik vond Meester streng, maar ook grappig. Hij had volgens de mensen die hem langer kenden dan ik een groot gevoel voor hu- 1 Kees Groenhof, De Koog, juli 2007 22 Historische Vereniging Texel Nummer 98, maart 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2011 | | pagina 24