Onderduik in Nieuwendam Oude connecties- of hoe daardoor iemand aan een onderduikadres werd geholpen. Op Texel had de jutter Kees Gorter [bijgenaamd Pagga] veel met de joodse handelaar Vlessing te maken- die kocht alles, gejut, gestroopt, dat maakte niet uit, als het maar handel was. Hij leverde het juttersgezin van Kees Gorter allerlei spullen, kleren, stof, wat men maar nodig had, liefst tegen betaling. Als er geen geld voorhanden was, kon men ruilen of de spullen alvast ontvangen op afbetaling. Die speciale band tussen de families Vlessing en Gorter bleef bestaan in de volgende generaties. Ook in Nieuwendam, waar Pagga's dochter Antje Gorter en Jacob Huisman woonden op Nieuwendammerdijk 499, leverde de firma Vlessing textiel, zelfs nog aan de kleinkinderen van Pagga. Dat waren ze vanouds zo gewend. Achterkleindochter Antje Zutphen-Huisman vertelde: les Vlessing kwam mar Nieuwendam, zo twee keer per jaar, en bracht dan koffers met kleding en textiel mee. Hij was een erg aardige man, maar als kind kreeg ik de schrik, want hij bracht een winterjas voor mij mee waarin je geen vin kon verroeren. Keurige jas met... bijpassend vilthoedje. Je kon er alleen in wandelen, niet spelen. Als kind vond ik dat niks! Ook voor m'n ouders bracht hij spullen mee, maar daar heb je als kind geen belangstelling voor. Bij de buren op Nieuwendammerdijk 493, de familie Van der Kamp, kwam hij ook en ook bij kennissen van ons in Oostzaan, de familie Krijnen, ook Tesselaars. Hoe kwam die man helemaal naar Nieuwendam met die zware koffers? In haar herinnering had Vlessing geen auto. Kwam hij met de bus? Dat was sjouwen! Jaren ging dit door, het werd oorlog en... toen ineens geen Vlessing meer, waar hij was, niemand wist het. Wel kwam [rond 1942/43] zijn broer Eli bij ons vragen of wij wisten waar les was. Hij dacht dat wij vast wel wisten waar zijn broer gebleven was, want we waren altijd zulke goede kennissen. Geen idee (echt niet) en alle andere families waar z'n broer kwam, wisten ook van niets. Hij geloofde het niet erg maar werd toch niets wijzer... wat een geluk dat we het niet wisten! Hoe kon Eli zo vrij rondreizen terwijl andere jodenmensen moesten onderduiken en een gele ster op hun kleding dragen? Dat vroeg iedereen die dit verhaal hoorde, zich af. Eli droeg geen ster! Het werd 5 mei, eindelijk de bevrijding. Een paar dagen erm, toen iedereen er zeker van was dat de oorlog werkelijk was afgelopen, kwamen onze buren vertellen dat les Vlessing bij hun ondergedoken was geweest, maar het droevige was dat de man één dag voor de bevrijding was gestorven, ik meen aan longontsteking. Hij is door de Ondergrondse meegenomen in een vierkante pakkist, dubbelgevouwen, en begraven in de berm naast het kerkhof op Nieuwendam. Later is hij herbegraven in Huisduinen. Wit een triest verhaal, dit vergeet je nooit meer. Onze buurvrouw was een oude moeder met een dochter. Zij hadden een kruidenierswinkeltje. Heel moedig van die vrouwen, want ook bij hun was Eli komen vragen naar z'n broer. Naast de winkel op nummer 491 woonde een andere dochter met haar gezin. Zij en haar man wisten alles af van les, maar de kinderen niet. Er was daar op zolder een deur in een klerenkast, waardoor men van het ene huis naar het andere kon komen. Eens kregen ze huiszoeking in het winkeltje. Hoe was dat mogelijk? Gelukkig waren er geheime bronnen die dit aankondigden en konden ze maatregelen nemen. Dit is toch erg hè, wel een leuke foto, maar niet echt een stoeipakje. Het is dat ik opgroeide en die kleren snel te klein waren, maar anders gingen ze eeuwig mee, een kwaliteit als een dijk... 14 Historische Vereniging Texel Nummer 98, maart 2011

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2011 | | pagina 16