42. BIJ DEN BURG OP TEXEL maakt, niet uitgerukt of afgeplukt worden. Ditzelfde Staatsboschbeheer heeft een groot dennenbosch aangelegd op de plaats van de vroegere Westermient, een lage, moerassige heidevlakte met allerlei merkwaardige bloemen en planten, die een klein veertig jaar geleden verknoeid werd bij een poging, er nuttig hooiland van te maken. Ook verder naar 't Noorden, bij De Koog, planten arbeiders van 't Staatsboschbeheer elke jaar duizenden dennetjes en wie weet hoe mooi zoo'n boschzoom aan den binnenduinrand mettertijd wordt! De naam Westermient herinnert nog aan 't dorp De Westen, waarvan niets meer over is dan wat overgroeide steenbrokken op'n verwilderd stuk land, al moet het eens de belangrijkste plaats van het eiland zijn geweest. Tegenwoordig vervult Den Burg die functie, en met eere. Het is een flink, welvarend dorp, dat zich nogal heeft uitgebreid, maar in zijn kern toch nog den vorm bewaart van den door een wal en een gracht omringden burcht van weleer. Het heeft een prachtig oud kerkje, dat zijn baksteenen torenspits hoog heft boven de rode daken van het dorp en onder 't hotel Texel een kelder, waarin het gravinnetje Ada van Holland zooveel eeuwen geleden gevangen gezeten moet hebben, al zijn de geleerden 't daar niet over eens. Onder de linden van de Groenenplaats, waar op stille zomeravonden de dorpelingen langs kuieren onder hun "rondje" of eens met elkaar praten over zaken en weder en zooveel meer, worden op Maandagen in Mei en Juni de groote lammerenmarkten gehouden. Het is me er dan een drukte en roering van je welste, er is rumoer over 't anders zoo stille dorp, er wordt geloofd en geboden, de café's zitten stampvol en in den na middag gaan groote kudden lammeren langs den weg naar Oudeschild, waar de booten al te wachten liggen. Tusschen de 25.000 en 30.000 lammeren van het puike Texelsche ras worden doorgaans per jaar verkocht en 't behoeft niet te verwonderen, dat de schapen het grootste aandeel hebben in de welvaart van het eiland. Voor de rest zorgen voornamelijk de landbouw en de visscherij. Het noordelijke deel van Texel is vlak en open en wie den langen rechten Postweg door den Eyerlandsche polder wel eens met tegenwind getrapt heeft, zal dat karwei niet licht vergeten, 'n Goede eeuw geleden lag hier een uitgestrekte slikvlakte, bewoonde door duizenden vogels en duizenden konijnen, maar een "sociëteit" heeft het zaakje in 1835 in luttele twintig weken laten bedijken en sedertdien werden er vele groote "Zeeuwsche" boerderijen gesticht en golft er in den zomer het graan onder de hooge luchten. Maar niet alle polders zijn zoo geslaagd. In Het Noorden en in Waalenburg heeft het lang geduurd eer de bemaling voldoende werd, natuurlijk tot groot ongenoegen van de vogels en de natuur- Nummer 98, maart 2011 Historische Vereniging Texel 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2011 | | pagina 13