45- SCHAPEN OP TEXEL
Den Hoorn ligt nu middenin het land, maar 't is
gegroeid als een dorp aan de kust, net als Oudeschild,
en dit is nog duidelijk te zien. Hier woonden vroeger
de loosden, die door het nu geheel verzande
Noordergat de schepen naar buiten brachten of veilig
de befaamde reê van Texel deden bereiken, die van
't Loodsmansduin uitkijk hielden over Razende bol en
Hellegat en Marsdiep en in "Loodsmans Welvaren"
misschien een stevig glas dronken, als ze het er in
een wilden stormnacht behouden hadden afgebracht.
Een goede honderd jaar geleden was Den Hoorn nog
een kustplaats, maar sedertdien heeft de stroom hier
't eiland steeds aan doen groeien, zijn de Naai,
De Kuil, het Hoornder Nieuwland ingedijkt, is
De Mok ontstaan achter weer een nieuwen stuifdijk,
werd de beroemde Geul gevormd en ingesloten; en
dat proces gaat nog steeds voort. Tenzij op een
kwaden dag de stroom wat anders in 't zin krijgt - de
afsluiting van de Zuiderzee brengt hem misschien
wel in de war? - en hij weer trachten zal, weg te
spoelen en te breken wat hij langzaam maar zeker
heeft opgebouwd.
't Is ook nog niet zoo lang geleden, dat Onrust nog 'n
apart eiland was, 'n gevaarlijk punt voor zeelui. Nu
strekt er zich daar bij laagwater een kilometers
breede zandvlakte uit, waar duinen zich vormen en
weer verstoven worden, waar de wind vrij spel heeft
en je allerlei interessante waarnemingen kunt doen.
Daar vind je licht de grootste schelpen van onze
kusten, de strandgapers, en in voor- en najaar, in den
trektijd, komen er eiken dag weer troepen van
duizenden vogels van allerlei slag bijeen.
Maar er ligt vaak in de verte een oorlogsschip, dat
zich tekens in rookwolken hult en even zoovele
maken een projectiel in de richting van De Hors
zendt. Als je niet zeker weet, dat er geen schiet
oefeningen gehouden worden, is 't daarom maar
geraden, binnen de duinen te blijven. En waarom
ook niet? Wat kan het daar in Meietijd prachtig zijn
aan de Geul, als overal tusschen de donkere
biezenpollen de blanke waterranonkels bloeien, wat
kan het een genot zijn te dwalen door de lage
binnenduinen, waar de duinroosjes heele hellingen
dekken en de hei in den nazomer fletse paarse tinten
strooit!
Over richels en vlakken ga je verder, 't Noorden in,
waar zwermen meeuwen op hun breede vleugels
zeilen boven de groote kolonie. En heel dit prachtige
gebied zal tot in lengte van dagen zoo bewaard
blijven, want een goede vijfhonderd bunders is tot
Staats-natuurmonument verklaard en staat nu onder
toezicht van Staatsboschbeheer, dat ervoor te waken
heeft, dat de zilvermeeuwen rustig kunnen broeden
en dat de zeedistels en de duinroosjes, de orchissen
van de vochtige valleien en al 't andere wilde
gebloemt, dat juist deze duinen zoo aantrekkelijk
Sg
Nummer 98, maart 2011
Historische Vereniging Texel