Gré Dros en de vlinders Als je als 'echte' Texelaar aan Gré Dros denkt dan associeer je haar ogenblikkelijk met de Historische vereniging, dus oud Texel en ons dialect. Maar wat trouwe lezers van dit blad misschien niet weten is dat Gré ook een passie heeft voor fotografie en dan in het bijzonder natuurfotografie. Dus bloemen, planten en in de zomer vooral veel vlinders. In haar bloemrijke tuin worden de meeste plaatjes geschoten en de aantallen worden op de juiste datum genoteerd. Niet zelden neemt ze dan contact op met een vlinderkenner om aan het einde van het seizoen de resultaten van die zomer door te geven. Zo belanden de gegevens dan uiteindelijk in het bestand van de Vlinderstichting. Dit alles is iets van de laatste jaren, maar hoe was het eigenlijk gesteld met de vlinderstand op Texel toen Gré nog maar een klein meisje was? Had zij daar toen ook al oog voor of speelde de 'natuur' nog geen rol in haar leven? We kunnen hier naar gissen, maar wat we wel weten is dat er toen die lijd heel wat meer vlinders rondvlogen dan nu. Zelfs tot in de jaren zestig was dat nog zo totdat de intensieve landbouw en de verstedelijking hun tol eisten. Een paar voorbeelden van de veranderingen die hebben plaatsgevonden. Toen het kamperen in de duinen op Texel in opmars kwam, werden daar de toiletgebouwtjes elke morgen schoongemaakt en uitgeveegd waarbij per keer honderden nachtvlinders het loodje legden. Als je nu kijkt, gaat het hooguit om een paar nachtvlindertjes die op het licht van de gebouwtjes afkomen. Ze zijn er kennelijk niet meer.fn diezelfde periode werden daar elektra en waterleiding aangelegd waarbij, volgens de verhalen van dhr. Veltman, voormalig campingbaas, tienduizenden rupsen van de Bastaard- satijnvlinder voor overlast zorgden. Het is bekend dat vroeger de kinderen van de lagere school in De Koog met de meester in linie door de duinen trokken om de spinselnesten uit de struiken te knippen en te verbranden. Dit wordt door de beheerders van de duincampings nog wel gedaan, omdat de brandharen allergische reacties kunnen veroorzaken. Voor de oorlog en ook kort daarna kwam men op Texel veel meer rupsen en vlinders tegen van de Doodshoofdvlinder (bron dhr. L. vd Geest) die zich o.a. te goed deden aan de aardappelgewassen. Dat zijn grote vlinders, die op z'n Tessels 'kottemunnik' of zelfs 'motfeugeltjes' genoemd werden. Vaak Dagpauwoog bij het huis van Gré Dros, tekening door Sytske Dijksen-Overbeeke werden deze vlinders en ook rupsen onwetend 'geplet', omdat het ongedierte was! Als platte landsdochter weet Gré hier zeker van. En wat te denken van de dagvlinders waar Gré de meeste foto's van maakt, de dagpauwoog, kleine vos of atalanta, die vroeger steevast 'schoenlappertjes' werden genoemd. Er lijken er steeds minder voor te komen! Ja, de tijden zijn veranderd, er vliegt en kruipt beslist minder, maar nog altijd genoeg om naar te kijken, van te genieten, te bestuderen en vooral zoals Gré het doet, om vast te leggen op de gevoelige plaat. Daarom Gré, blijf kijken en maak nog veel meer mooie plakboeken van jouw favoriete insecten, want hobby's uitoefenen zitje in het bloed, dat weet heel Texel. Cees Maas Extra openstelling Gemeentearchief Texel Speciaal voor leden van de Historische Vereniging Texel is het Gemeentearchief Texel extra geopend op de volgende donderdagmiddagen van 14.00 tot 16.00 uur: 1 oktober, 5 november en 3 december (chocolademelk met speculaas) Nummer 92, september 2009 Historische Vereniging Texel 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2009 | | pagina 21