Joop Schrama coll. Adriaan Jesse
dachte bij iedereen was: nu zijn wij vrij van die
moffen. Maar dat viel bitter tegen. Het ergste voor
Tessel moest nog komen.
Op 6 april lopen neef Cees en ik 's middags op het
Schilderend bij het huis van onze grootouders.
Daar was een driehoekig plantsoentje op de split
sing van het Schilderend en de Haffelderweg, het
Groentje genaamd. Het bestaat nu niet meer, en de
Keesomlaan bestond toen nog niet. Daar lagen
achter een schutting een paar landjes en een paar
moestuintjes, waarvan er een van mijn grootvader
was. Bij dat Groentje stond die middag een Rus.
Hij vroeg ons te gaan kijken wat er voor geünifor
meerde lui verderop in de weggetjes zaten, zo'n
beetje ter hoogte van het voetbalveld, net over de
Emmalaan. Wij er op af. Het bleken Duitsers te
zijn, die ons riepen om naar hen toe te komen.
Mooi niet dus, wij renden via de Emmalaan en het
Schildereind terug naar het Groentje. Juist toen we
daar liepen, begonnen ze op elkaar te schieten - en
wij zaten daar tussen in. We zijn het glop van Kor-
tenhoeven ingerend en, ik weet niet hoe we dat de
den, over de schutting en de autopoort geklommen
naar de binnenplaats van de voormalige gasfabriek.
In de veertiger jaren was dat de opslag- en werk
plaats van Bakker's Ijzerhandel. We wilden via de
poort de Julianastraat in, maar daar werd ook ge
schoten, dus toen maar over de schutting naar de
tuin van mijn grootouders.
De beschieting van Den Burg
We waren net binnen bij opa en omoe toen de be
schieting van Den Burg begon. Oom Joop Schrama
lag aan de overkant, weggekropen in de goot vóór
de schutting waar nu de Keesomlaan is. Het huis
rechts van het glop van Koning, schuin tegenover
ons, kreeg ergens aan de achterkant een voltreffer.
De overbuurvrouw werd met deur en al de straat
opgeblazen, maar ze mankeerde kennelijk niets,
want ze rende met een rotvaart de Julianastraat in.
Wij zelf zijn toen in de achterkamer gaan zitten,
denkende dat het daar veiliger zou zijn. Na het on
geveer 18 minuten durende bombardement, waar
bij een kleine 2000 granaten werden afgevuurd,
stormden de moffen ons huis binnen, op zoek naar
Russen. Kort daarop kwam mijn broer Bob binnen.
Toen de beschieting begon, liep hij in de Wever
straat voor Hotel de Graaf, dat toen noodhospitaal
was, en nu apotheek. Een Georgiër heeft mijn
broer toen bij zijn lurven gepakt en meegetrokken
onder het bierluik naast het hotel. Dat gaf toegang
tot de bierkelder. Na de beschieting zaten de scher
ven in het eikenhouten luik, zodat deze Georgiër
waarschijnlijk het leven van mijn broer heeft gered.
Gevolgen van de beschieting
Neef Cees was inmiddels vertrokken naar zijn ei
gen huis aan de Kogerstraat. Bob en ik zijn daarna
Den Burg ingegaan, om te zien hoe de familie het
er had afgebracht. Het huis van tante Thea Lange -
veld aan de Warmoesstraat had een voltreffer ge
had. We hebben haar dood gevonden, haar hoofd
verminkt. De gevoelens die we toen hadden, zijn
niet onder woorden te brengen. We hepen vervol
gens van de Warmoesstraat terug naar de Wever
straat. De bomen op de hoek waren geraakt en la
gen dwars over de straat. Net waren we er over
heen geklauterd toen twee Duitse officieren ons
toeriepen dat wij hun fietsen er overheen moesten
sjouwen. We gaven geen sjoege, maar toen trokken
de helden hun pistolen, dus hebben we het toch
maar gedaan.
De Parkstraat was een puinhoop. Van het wees
huis, vroeger een klooster uit de 15e eeuw, was niet
veel meer over. Nu staat, wat meer naar achter, op
die plek het postkantoor. De school die daar haaks
achter stond, had misschien wel 7 voltreffers ge
kregen. In de Weverstraat lagen veel huizen in
puin of waren zwaar beschadigd; verschillende
stonden in brand.
Een oudtante was haar rechterarm kwijt, afgerukt
door een granaatscherf. Twee kinderen, een jongen
en een meisje van familie uit Utrecht, waren dood.
Ook zij waren vanwege de honger op Tessel.
Andere ervaringen
Een dag of wat later werden neef Cees en ik ge-
28
Historische Vereniging Texel
Nummer 90, maart 2009