typisch gebouwde wierschuren waren op de Wad
deneilanden een bekend verschijnsel, maar dat
alles is een ander verhaal.
Planten in zoute gebieden
Planten die groeien in een gebied met hoge zout
gehaltes hebben vaak een methode om zout kwijt
te raken. Zo scheiden lamsoorplanten zout uit met
behulp van daarvoor speciaal ontwikkele zoutklie-
ren. Bij droog weer kun je onder het blad zout
kristallen zien. De zilte rus hoopt zout op in zijn
bovengrondse delen en deze sterven daardoor uit
eindelijk af. Zij scheidt het zout dus niet uit. De
plant in zijn geheel sterft niet, want de wortelstok
ken zorgen weer voor nieuwe bovengrondse
stengels. De zilte rus komt veel voor in intensief
beweide hoge kwelders. Deze worden door het vee
kort gehouden, dit in tegenstelling tot andere rus
sen, zoals de noordse rus en de zeerus, deze
worden niet aangeraakt (De Vries, 1950).
Het lams- en schapenvlees van dieren die gegraasd
hebben op de zoute weiden van kwelders of schor
ren, is zeer geliefd bij smulpapen. In zoute weiden
komt een scala van zoutminnende planten voor,
waarvan de dieren sommige soorten wel en andere
niet lusten. In Frankrijk staat het vlees van deze
lammeren en schapen bekend als 1'agneau pré-
salé" en als "mouton de pré-salé" (pré-salé= kwel-
derland=zoute weiden, sommigen denken dat het
voor-gezouten is, maar "pré" betekend echt
weide!). Misschien bracht het vlees van dieren die
gevoed werden met zout harendhooi ook meer op
en was dit ook een reden zoveel moeite te doen dit
hooi te verkrijgen. Dit lijkt echter minder aan
nemelijk. Dat de zoute planten gezond voor de die
ren waren, lijkt meer een reden om het te oogsten.
Gezondheid en Harend
Uit verschillende bronnen weten we dat men vroe
ger echt dacht dat zout hooi gezond was voor de
dieren. Misschien was dat ook een reden dat de
familie Lap er zoveel voor over had om het te ver
krijgen. Ook de schapenhoudende dames Dijt
lieten hun schapen graag weiden in de mielanden
bij Oudeschild, waar deze rus veel voorkwam. In
dit zoute milieu tierden misschien minder scha
penparasieten met hun tussengastheren. Men zei
namelijk dat het hielp tegen ongans (leverbot).
Een andere reden zou het kunnen zijn, dat als de
dieren eenmaal aan de diarree waren en veel zout
verloren hadden, ze door de zoute vegetatie of het
zoute hooi weer de nodige zouten binnen kregen
en zo konden herstellen. Bij zouten moeten we niet
aan keukenzout denken maar aan magnesium- en
calciumzouten, die ruimschoots in zeewater
aanwezig zijn. Opgroeiende en melkgevende
dieren hebben veel van die zouten nodig in hun
voedsel en kunnen er hun voordeel mee doen.
Echter, op de tegenwoordige kennis omtrent de
scheikundige samenstelling, de voedingswaarde en
de eventuele preventieve en curatieve diergenees
kundige werking van deze planten gaat dit artikel
niet in.
Uit overlevering weten we ook dat de boeren het
harendhooi speciaal voerden aan lammeren die ze
aangehouden hadden voor hun eigen veestapel.
Deze lammeren moesten hun kudden weer
aanvullen en de gezondheid van deze dieren stond
hoog in het vaandel. Misschien werd met het voe
deren van dit zoute hooi aan opgestalde jonge die
ren een parasitaire cyclus doorbroken.
In andere landen langs de Atlantische Oceaan wer
den weiden waar de zilte rus ("black grass") groei
de ook op hoge prijs gesteld. Al in de zeventiende
eeuw zagen Engelse en Nederlandse landverhuizers
dat het vee kwelderhooi prefereerde boven gewoon
hooi of gras en ook zagen ze dat de conditie van
Fig. 7 Oogst van "black grass" in Amerika.
ziek vee verbeterde als ze op kwelders gingen gra
zen. Langs de oostkust van Amerika zijn dan ook
diverse gebieden waar harendhooi gewonnen werd
(fig. 7), zij noemden het ook wel "salt hay"(zout
hooi). Ook als kuilgras was daar de zilte rus zeer
geliefd. Het gemaaide hooi werd daar dakpans
gewijs op twee palen gelegd en daarna door twee
dragers naar een platbodem gebracht. Alles een
arbeidsintensieve bezigheid (Sebold, 1966).
10
Historische Vereniging Texel
Nummer 90, maart 2009