Op dit moment is jaren gewacht Die paal moet er in, al wordt het nacht Daar gaat ie weer, mensen haal op Sla die paal maar op zijn kop Goed zo mannen aan de reep Die paal zakt alweer een streep Toen we begonnen had niemand gedacht Dat dit vandaag van ons werd verwacht En zo ging het verder, regel na regel. De strekking van dit lied is bepaald decent, maar het onbehouwen manvolk wilde al doende wel naar andersoortige tek sten luisteren. Al in 1936 ontdekte Henri Polak, een vakbonds pionier uit Amsterdam, dat het zingen bij het heien steeds minder werd. En hoewel hij het in zijn jeugd talloze malen heeft gehoord en gezien, was hij nog te jong om te begrijpen dat men zulke dingen moet optekenen, omdat ze bestemd zijn om folklore te worden. Hij heeft dan ook niet één van de liederen onthouden, behalve één regel: Hé, o hé, haal op die hei Wat Polak niet heeft gedaan is wel door de verzame laars van de collectie heiliederen gedaan. Deze liederen worden nu beheerd door het Meertens Instituut. Ik maak daarvan gebruik voor dit artikel. Het heien is een oeroud metier. Neem bijvoorbeeld de jaren 1646-1647, toen men ongeveer tien maanden nodig had om alle 6363 palen te heien die de toren van de Nieuwe Kerk konden dragen. Een toren die echter nooit werd gebouwd! Een heistelling is iets bijzonders. Voor wie het wil zien zijn het tot de verbeelding sprekende instal laties. Met hier een glad been en daar een klossen- been. Vijftien meter minstens piekten ze boven de hoofden van de omstanders. Dan was er nog het lan gere derde of achterbeen, met in de verre hoogte een enorme katrol. Rammelschijf heette zo'n gevaarte in de vaktaal. Het hing wiegend in de top teneinde het heitouw soepel te geleiden. Lummelhout, rammel schijf, schei, voortui: de namen van de aloude hei onderdelen hebben heden ten dage het patina van zeventiende-eeuwse scheepspoëzie. Heien komt al in de middeleeuwen voor. De heie was het heiblok; heia was een houten hamer. Het woord heien is een verre verwant van het Latijnse caedo, wat zoveel betekent als ik sla, ik vel, ik houw en dat dat evengoed de vijand kon gelden. Dit woord vertoont op zijn beurt weer verwantschap met hel Oudindische khêda, dat eveneens hamer betekent. In het meer nabijgelegen taalgebied komt het heien als woord in verschillende etymologische varianten voor. In het Duits heet heien (ein)rammen of pfahlen. In het Engels heeft men het over driving piles of to ram of to sink piles. In Frankrijk noemen ze het enfoncer of eenvoudigweg battre, in Italië palafittare. Detail van de maquette in het Maritiem en Juttersmuseum te Oudeschild, foto door Patrick Piersma 4 Historische Vereniging Texel Nummer 89 december 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2008 | | pagina 6