Het Heilied van Bart Weijdt genoemd. Daar is kritiek op gekomen. Op grond van het volgende ben ik tot deze conclusie gekomen: 1. Geschiedenisbeschrijving van een Doopsgezinde broeder van 1744 (Doopsgezind Archief Texel, inv. Nr. 49): De oudste vergaderplaats in Den Burg was in de brouwerij, waar tegenwoordig Albert Dirksz. Keijser woont. 2. Volgorde van de belastinglijst van Huijdekoper van 1742: In de Gasthuisstraat: 233 P. Ratelaar, boer; 234 Het Gasthuijs; 235 Alb. Dirksz Keijser, boer. Conclusie: Keijser woonde in de Gasthuisstraat en dus was ook de Brouwerij en ook de Vermaning in de Gasthuisstraat 3.Controle van mijn serie over Vermaningen door de experts op het gebied van transportacten op Texel vóór 1800, Miriam Klaassen en haar broer, lever den op dat het Gasthuis stond op El en de brou werij ernaast op E3 (zie Veldnamenboek van Schraag, blz. 175). De naam brouwerij voor het perceel was volgens Schraag nog in 1845 bekend. N.B. Het boerderijenboek plaatst de brouwerij in de katholieke schuilkerk de Eierkoog. Klaassen vindt in 1625: Cornelis Dirks in de Boom gaard/Brouwerij verkoopt een huis met boomgaard, schuur en brouwerij in de Gasthuisstraat aan de broers Reijer en Albert Dirks Mens. Wij hebben deze brouwerij niet gekoppeld aan het kad. nr. K177, ook het gasthuis heeft bij ons een ander kad.nr., namelijk E 1 (brief d.d. 23 juni 2007) Vervolgens: Ja, Albert Dirksz Keijser woonde in dezelfde brouwerij, daarna zijn zoon Dirk Alberts Keijser, in 1795 diens zoon Albert Dirksz Keijser. Deze vermaakte zijn gehele bezit aan de Doops gezinde Gemeente. In 1827 overleed hij. Bij de invoering van het kadaster was dit huis er niet meer (brief d.d. 28 juli 2007). Mijn conclusie: Albert Dirksz Keijser woonde aan de Gasthuisstraat,waar de brouwerij gevestigd was. Deze was gelegen aan de huidige Hollewal op de plaats van de ingang van het verpleeghuis. Het eerste stukje Hollewal moet in 1625 en ook in 1744 dus Gasthuisstraat genaamd zijn. 4. Het Gasthuis is in 1880 vermeld onder Gasthuis straat B 110 (blad 113) en enkele decennia later door Cor Reij gevonden onder perceel 119, Gast huisstraat 21. Reij plaatst erachter: Hollewal 2. Op grond van het bovenstaande concludeer ik dat het gedeelte Hollewal waar nu het Verpleeghuis gevestigd is, in 1625, 1744, 1870 en 1890 Gasthuisstraat heette. 5.Op 6 mei 1953 staat in de Texelsche Courant: Bouwvergunning voor de familie J.C. Jonker, bouw van woonhuis aan de Westerweg. In 1953 heette het gedeelte huidige Gasthuisstraat tussen Vogelenzang en Lijnbaan dus nog Westerweg. Maarten 't Hart Nummer 89, december 2008 In de slappe Hollandse bodem zijn in de loop van de eeuwen heel wat palen geslagen met een handhei. Maar hoe langer de palen, hoe zwaarder de heiblok ken werden. Het was dan ook efficiënter om de handhei als een valblok te gebruiken en hem aan een heistelling met een katrolconstructie te hangen. Werklieden trokken daarbij het heiblok omhoog en lieten het daarna plotsklaps naar beneden denderen. Voorwaarde voor dit heisysteem was dat het trekken en loslaten gelijk en gelijkmatig moest gebeuren. Het moest worden gecoördineerd. Heien is wat dat betreft net musiceren, ook daar is veelal een dirigent voor nodig, ook daar moet iedereen eenzelfde cadans voe len. De heibaas, de dirigent van het heien, zong daar om van oudsher liedjes met een eenvoudige ritmische puls, zoals het bekende: Eén, twee, drie haal op die hei Daar gaat ie dan, het mag van mij Even hard trekken met zijn allen Laat het heiblok nu maar vallen Bart Weijdt, foto colt. mevrouw D. Adema-Weijdt Historische Vereniging Texel

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2008 | | pagina 5