Dorpstraat den Hoorn (Texel)
foto van de Herenstraat in Den Hoorn omstreeks 1909. De woning van Dirk Bruin is het 3e huis van links.
Foto: coll. Maarten Stoepker
2 October 1873.
Onze meid Neeltje Zuidewind, 20 September
gekomen, van den aanvang af niet regt gezond,
heeft gister het bed moeten houden, zoodat Ka trina
alleen voor het werk stond. DokterEnsing zeide
gister dat hij haar kwaal als een kort gebrek
beschouwde, dat moeijelijk te herstellen was.
19 October 1873.
Zondag. Des avonds Dirk Bruin en Trijntje Zuide
wind [uit Den Eloorn] hier. Afspraak gemaakt dat
Neeltje een tijd lang bij hen te huis zou komen tot
zij weer beter in staat zou zijn om haar
dagelijksche werk te verrigten.
22 October 1873.
Gister is Neeltje Zuidewind met haar zwager
D. Bruin naar den Eloorn vertrokken. Wij nu zonder
meid.
25 october 1873.
Albert Kooiman hier. Zijn schoonzuster Neeltje,
thans aan den Hoorn, gaat zeer achteruit.
27 October 1873.
Des voormiddags naar den Hoorn naar Neeltje
Zuidewind, in zeer zwakken staat, schijnbaar haar
einde nabij.
Katrina vanmiddag naar het Oude Schild naar
Martje Visser en naar Tonia [vrouw van Dominee
Wassenaar] om te spreken over Anna Schagen, die
zich hier als meid had gepresenteerd. Menno
[Huizinga, broer van Katrina] ook derwaarts, haar
afgehaald.
12 november 1873.
Katrina wandelde naar den Hoorn om Neeltje
Zuidewind te bezoeken, die zij echter slapende
vond.
24 November 1873.
Naar den Hoorn, begrafenis van Neeltje Zuidewind,
vooraf bij Bakels koffij gedronken. Bakels mede
naar den Burg met de wagen van J.J. Bakker (ook
Jakob en Ada Zuidewind).
Nu kon Huizinga weer op zoek gaan naar een
nieuwe meid, waar hij hopelijk meer aan zou
hebben.
Hoe het met de familie van Neeltje Zuidewind verder
ging noteerde hij ook:
2 July 1874.
Naar Albert Kooiman (in de Kooi onder den
Hoorn). Zijn vrouw [Hikje Zuidewind] zeer zwak,
het kindje van 13 dagen gisteravond overleden.
Ensing daar ontmoet, die mij de bedenkelijke
toestand der zieke (keeltering) bekend maakte. Zij
was zeer aangedaan bij mijne komst. Zij had zeer
naar mij verlangd. Ik sprak ze zeer bemoedigend en
versterkend toe, beloofde spoedig weer te komen. De
vrouw was sedert October niet goed in orde geweest.
Zij had zichzelven als het ware opgeofferd voor
haar zieke zuster Neeltje Zuidewind, dikwijls haar
bezoekende door nat en koude, na vermoeijende
24
Historische Vereniging Texel
Nummer 89, december 2008