i I Jan Snul. 1^72. Deze historie ontfangen van den ouden Simon Fijtsoon, leraar en oudste der Gemeijnde Gods op Tessel, die getuijgt dat desen Jan Smit zijn speciale vriend geweest is. Sijmon Fijtsz is waarschijnlijk wel enige jaren als leraar aan de overkant werkzaam geweest, zoals we uit deze verhalen mogen concluderen. Als Oudste stelt hij in 1606 Jan van der Voort als Oudste aan in de Vlaamse gemeente van Utrecht. Op dat tijdstip zal hij hoogst waarschijnlijk al teruggekeerd zijn naar Texel en Oudste zijn van de Vlaamse Vermaning aan de Groeneplaats. geven en wel een derde van zijn derde deel van de visvangst van de Watercooch, het meer waaraan zijn volmolen staat. Hij wil dat dit voortgezet wordt. Op 21 juni 1625 koopt Marijtgen Piet Heuijs van Cornelis Maertsz, schipper, voocht van Sijmen Fijtsz naegelaten gemeente, een huis staande op Den Hoorn. Hieruit blijkt dat Cornelis Maertsz, wonend in Den Hoorn, opsiender is van de Vlaamse gemeente van Den Burg. Er zijn wel twee Vermaningen op Den Hoorn, maar niet zijn richting: een Friese en een Waterlandse. Hij is niet het enige lid van de Vlaamse Vermaning van een ander dorp afkomstig. i Jan Smit, prent door Jan Luijken in de Martelaarsspiegel Simon Fijtsz is overleden tussen 26 juni 1623 en 21 juni 1625. Op 26 juni 1623 verkoopt Gerrit Jansz Voller een stuk land waar voorheen de volmolen op heeft gestaan. Hij heeft de volmolen verplaatst naar een plek zuidwestelijk aan hetzelfde meertje (hier worden momenteel huizen in de wijk Volmolen opgeleverd). Gerrit verkoopt hierbij ook het visrecht van het meertje dat hij voor 1/3 deel bezit, onder de voorwaarde dat koper Harmen Cornelisz Backer daar jaarlijks 1/3 deel van zal geven aan Simon Fijtsz. Wat is het geval? Gerrit Jansz Voller is opsiender van de Vlaamse Vermaning en is gewend aan de leraar Sijmon Fijtsz als er gevist wordt, een portie vis te Op 28 maart 1640 vermaakt Cornelis Sijmonsz, in de banne van Oosterend wonend, de armen van de Menno- nijten gemeente die men heet de Vlamingen een som van honderd gulden. Uit het stuk van 1625 blijkt verder dat de leraar is overleden: Sijmon Fijtsz naegelaten gemeente. Sijmon Fijtsz is gezien het feit dat hij al een martelaarsverhaal meemaakte in 1567, waarschijnlijk de eerste leraar van deze gemeente geweest en heeft misschien wel de gemeente omstreeks 1568 gesticht. Niet verwonderlijk dat de gemeente ook het Sijmon Fijtsz-volk genoemd werd. Zo'n vijf jaar na het overlijden van Simon Fijtsz stelt 16 Historische Vereniging Texel Nummer 89, december 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2008 | | pagina 22