Vermaningen en vermaners van Texel (deel 2) De 'doos' deed dienst als toilet: Een vierkant houten gebouwtje, met daarin een grote 'kist' met een gat erin en een losse deksel: het gemak. Maar stinken af en toe... Het washok was een houtengebouw met daarin een goot met daarboven waterkranen. Een douche herinner ik me niet. Koken deden we op een primus. Wat een ellende soms om dat ding aan te krijgen en als er veel wind stond was het helemaal een ramp. Binnen koken durfden we niet. die als volledige maaltijd voor 10 tot 12 mensen op twee primussen te bakken! Het was altijd mooi weer als de jongens de beurt hadden, want dan zaten wij de hele dag op het strand en zij werkten zich letterlijk in het zweet! En over het algemeen hadden we tijdens die Texelse vakanties goed weer. Het was altijd heel gezellig en er werd ook muziek gemaakt, 's Avonds zaten we natuurlijk vaak bij de jongens in de tent te kletsen en te zingen. Maar de jongens maakten ons in het donker ook graag aan het schrikken met allerlei vreemde geluiden om de tent. Ze moesten dan niet te veel lawaai maken, anders werden ze weggestuurd van het gezinskamp. Er liep een bewaker rond waar we toch wel ontzag voor hadden. Weten doe ik het niet meer, maar ik denk dat we ieder jaar twee weken bleven. Het zijn onvergetelijke vakanties geweest. Daarna heeft het heel lang geduurd voordat ik weer op Texel kwam, nu voor familiebezoek. Mijn hobby is familie-onderzoek en zodoende ben ik via internet bij de Rootlieb familie op Texel terecht gekomen. Bij de eerste ontmoeting met Gerda en Frits 'klikte' het meteen en na ruim 20 jaar voelen wij nog steeds een hechte familieband. En de weg naar het Kogerstrand herkende ik weer meteen! 'Neef' Frits Rootlieb vertelde enthousiast over de Historische Vereniging Texel en dat is de reden geweest dat ik deze herinneringen 'boven water' gehaald heb. Bettie Rootliep Het was traditie dat de jongens één keer in de vakantie bij ons kwamen eten: stoofpeertjes. Dat vonden ze lekker, maar te veel werk om het zelf te maken. En één keer gingen wij bij de jongens pannenkoeken eten. Dat was ook een hele klus om Deze serie van drie artikelen is een beknopt vervolg op hetgeen Gerard van der Kooi in zijn boek 'De Wynberch des Heren' (Godsdienstige veranderingen op Texel 1514-1572) heeft geschreven over de begin tijd van de Doopsgezinden op Texel. Met name de plaats van de gebouwen (Vermaningen), de voor komende leraren, en de eerste vermeldingen in de archieven komen naar voren. In het eerste deel werden de Vermaningen aan de Gasthuisstraat en de Burgwal belicht. In dit tweede deel worden de 14 Historische Vereniging Texel Nummer 89, december 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2008 | | pagina 16