Een humoristische beschrijving van een wandeling naar De Waal Daar het nog meer dan vroeg genoeg was, om voor de donkerheid op de plaats mijner bestemming te komen, nam ik oogenblikkelijk eenen gids, om mij met mijne weinige bagagie naar het dorp Wael te brengen. Deze wandeling echter beviel mij slecht, ja zoo slecht, dat ik wel wenschte de reis naar Texel niet ondernomen te hebben. Behalve dat mijn weg geheel eenzaam was, en over lage, magere landen liep, kwam ik geduurig voor slooten en waterpoelen, over welke slechts eene paal gelegd was, welke ik, wilde ik komen waar ik wezen wilde, of ik wilde of niet, over moest. Over eene eenigzins lange plank zonder leuning kan ik net gaan, hoe veel bezwaarlijker dus over eene ronde of hoekige smalle paal, en nog verwonder ik mij, dat ik op zijn best niet zo nat als een visch te Waal gekomen ben. Het viel echter gelukkiger uit. Door mijnen leidsman ondersteund kwam ik telkens, hoewel met sidderende knieën, behouden over elke sloot, en eindelijk tot mijne groote blijdschap te Waal, met het zekere voor nemen echter, om Texel nooit weder te bezoeken. Zoo veel angst en benauwdheid had ik reeds uit gestaan, dat ik aan dit ééne togtje meer dan genoeg had. Doch te Wael gekomen zijnde, bleek mij, dat alle deze uitgestane angsten aan mijne leidsman, nog maar een jongetje, te danken had, daar dezelve toen ronduit verklaarde, geheel onkundig van den regten weg geweest te zijn. Ik was echter nu in behoudene haven en vergat weldra de uitgestane angsten in het gezelschap van eenen broeder en eene zuster, welke ik in bijna vijf jaren niet gezien had. De Waal en Oosterend Na eenen zoeten slaap in de stille dorpspastorij, werd de volgende dag besteed met het dorp Wael en des- zelfs omtrek optenemen. Hetzelve bestaat uit eene tamelijk lange, zeer zindelijke buurt, zijnde de huizen voor het uitwendige in het algemeen gelijk aan de Noordhollandsche. Verbazend stil is het in deze buurt; niet het minste geluid treft hier het oor, of het mogt zijn van eenen landsman, met zijne paarden of zijnen wagens van het veld naar huis keerende. Er is eene Gereformeer de kerk en eene vergaderplaats der Doopsgezinden. De eerste is een zeer hooggelegen oud gebouw, en niet zeer gemakkelijk voor den Prediker, gelijk de ondervinding mij dit leerde op den zondag, op wel ken ik mij daar bevond, en eene predikbeurt niet ontwijken konde. Van de gemeente hoorde ik zoo veel goeds, dat deselve niet genoeg geprezen kan worden. Dit ondervond de vorige Leraar, en ook dit weet mijn broeder bij eigene ondervinding. De pastorij ligt aan het eene eind des dorps, en is een goed gebouw, meer dan ruim genoeg, en van alle gemakken en eenen tamelijk uitgestrekten boomrijken tuin voorzien. Vanuit de studeerkamer genoot Potter van het heerlijke uitzicht en kon hij de schepen op de Reede zien. Oosterend vond Potter een vrij groot, welgebouwd en aangenaam dorp. De pastorij is middelmatig en van eenen al te kleinen tuin voorzien. Den Burg Zondagmiddag werd een wandeling naar Den Burg ondernomen De weg van Waal derwaarts bedraagt weinig meer dan een half uur en loopt mee- rendeels over goede weilanden. Burg zelf is een aanzienlijk vlek, bestaande uit verscheidene straten en ruim driehonderd huizen, waaronder vele van een deftig voorkomen en alle zindelijk en netjes onderhouden. En ook in Den Burg neemt hij een preekbeurt waar: de nieuw beroepen predikant was nog niet gearriveerd en de openstaande beurt zou door broer Potter waargenomen worden. Ook hier trekt hij een groot en aandachtig publiek. De kerk is een groot en zeer aanzienlijk gebouw. Jammer dat dezelve nog geen orgel heeft en zonder beschoten verwulft is. Het Raadhuis, in 1611 gesticht, is een deftig gebouw en vooral het daaraan stootende huis van den Maire. Hetzelve is voorzien van eenen schoonen tuin, den schoonsten zoo veel ik weet, in geheel het vlek en misschien op het geheele Eiland. Het boomloze Oude Schild Voldeed mij Burg in alle opzichten, niet minder vol deed mij het dorp het Schild.De weg derwaarts over Burg liep over goede weilanden. Behalve de wooningen der boeren ziet men overal een soort van huizen over het vlakke veld verspreid, welke het voorkomen van wooningen hebben, (,..)en enkel dienende tot verblijfplaats van schapen, wier getal op twintigduizend begroot wordt Op dezen weg kwamen wij over eene hoogte, hier de Berg genoemd. Den gemelden Berg aan de andere zijde afgedaald zijnde, bevond ik mij weldra bij een schilderachtige groep, bestaande uit geboomte en eenige gebouwen, met elkander tot een landgoed of eene buitenplaats behoorende; de eenigste, die zoals men mij verzeker de, thans op het geheele Eiland gevonden wordt. Een andere, daar tegenover gelegen, onlangs geheel afgebroken en de bosschen uitgeroeid.(...) Zoo bevallig, stil en landelijk het zindelijk Burg gelegen is, zoo levendig en vrolijk ligt het Oude Schild geheel in de lengte langs den zeedijk gebouwd, zoodat alle huizen uitzigt hebben op het Marsdiep, 10 Historische Vereniging Texel Nummer 89, december 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2008 | | pagina 12