w Familiebezoek aan Texel in augustus 1813 Detail van de merklap uit 1 803 van mevrouw Bep van der Meer-Langeveld. naam van de maakster met de datum. Een leuk lapje, mooi voorbeeld van hoe er in die tijd geleerd werd om geweven stof zo onzichtbaar mogelijk te verstevigen of te herstellen. De 2e reactie kwam van mevrouw Bep van der Meer uit de Westen, die me haar ingelijste merklap van 1803 liet zien. Ook niet één uit de gezochte reeks stoplappen dus, maar wat een verrassing om een heel oude echt Tesselse lap onder ogen te krijgen met daarbij nog informatie over de naam van de maakster, haar ouders, man en kinderen! Ik heb de merklap gefotografeerd en hoop deze te gaan Detail van de merklap uit 1 803 van mevrouw Bep van der Meer-Langeveld. beschrijven en alle initialen die erop geborduurd zijn van de bijbehorende namen te kunnen voorzien. Samengevat: hoewel er geen stoplappen uit de Hoornse reeks boven water zijn gekomen na mijn oproep, zijn er wel enkele interessante exemplaren van Texelse borduurlappen aan mij gemeld. Mocht u ook in het bezit zijn van een merklap, waarvan u denkt te weten dat hij van Texel afkomstig is, dan hoor ik het graag. Het gaat dan vooral om lappen, ouder dan de rode schoollapjes en zelfs ouder dan de lappen die met wol op stramien zijn geborduurd in de 2e helft van de 19e eeuw. Misschien is het mogelijk om gevonden borduurlappen te vergelijken en overeenkomsten in motieven, lettertypen enzovoort te vinden, die kenmerkend zouden kunnen zijn voor de Texelse merklap. Ik wacht in spanning uw reacties af. In elk geval: iedereen die heeft meegedacht en misschien heeft gezocht, hartelijk bedankt. Riek Bruin-Jansen, tel. 0222 319469 Afgelopen voorjaar vond ik in een boek uit 1816 een beschrijving van een bezoek aan Texel. Die beschrij ving vormt slechts een fragment in de "Lotgevallen op eene reis van Friesland, door Westfalen en het Waldeckse, naar Hanau, in september 1813", geschreven door de predikant Hebelius Potter en in 1816 uitgegeven bij Saakes in Amsterdam. Haeble Potter werd in 1769 geboren in Dokkum (Doopboeken Dokkum). Zijn voornaam veranderde hij in Hebelius, maar de Friezen kennen hem nog steeds als Haeble Potter. Na zijn studie godgeleerd heid in Franeker vestigde hij zich in 1793 als predi kant in Peins en Zweins, tot hij beroepen werd op Kaap de Goede Hoop. In oktober 1804 vertrok hij zonder vrouw en kinderen vanuit Emden als passagier op een Pruisisch schip, maar arriveerde niet op Kaap de Goede Hoop: bij St. Helena werd zijn schip in 1805 genomen door een Engels vaartuig, waarop het door de Engelsen via Plymouth naar Portsmouth gebracht werd. Hem werd geen strobreed in de weg gelegd toen hij daar in 1806 aan land ging. Via Londen, waar hij enkele preekbeurten waarnam bij de Hollandsche Gemeente, keerde hij weer terug bij zijn gezin in Dokkum, waarna binnen een halfjaar zijn belevenissen in boekvorm verschenen. Vervolgens was hij gedurende 3 jaar hulpprediker in Amsterdam. In 1810 werd Potter benoemd tot predi kant bij de Hollandsche Gemeente in Hanau. Hebelius Potter hield van reizen en schreef daar ook graag over. Mogelijk vormde dat een welkome afwis seling met zijn herderlijke plichten als predikant. In 1817 vertrok hij als predikant naar Soerabaja, waar hij in 1824 overleed aan een leverkwaal (Frederiks en Van den Branden). In het woelige jaar 1813 verklaarde Pruisen de oorlog aan Napoleon en pakten de meeste Fransen in Holland in november hun biezen waarna ze vertrokken, terug naar Frankrijk. 8 Historische Vereniging Texel Nummer 89 december 2008

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2008 | | pagina 10