Silenus en het is toch fantastisch dat personages uit de Griekse mythologie uiteindelijk op Texel terecht gekomen zijn. Ook uit de periode van vlak voor het begin van de jaartelling vond ik sporen terug in de vorm van fragmenten van vuurstenen sikkels. Dit is een stukje van 30 x 35 mm. Het materiaal valt vooral op door de glasachtige glans van het patina dat door het gebruik is ontstaan. Met deze sikkels - die compleet een halve maanvorm hebben - werd natuurlijk het graan geoogst maar ook werden er onder meer graszoden mee gesneden. Vaak werden delen van gebroken sikkels hergebruikt voor diverse doeleinden. In het algemeen plaatst men de sikkels in de Ijzertijd. Niet weinig zijn er gevonden in West-Friesland en ook dit fragment zal uit die omgeving afkomstig zijn. Bij het zoeken kan het voorkomen datje bepaalde stukken overslaat. Nu ga ik meestal op de fiets naar mijn 'werk' en parkeer deze dan ergens in het veld en mis op die manier wel eens wat vierkante meters, dus toen ik juist daar nog eens ging zoeken, keek ik wel op van een flink signaal van wat later een zogenaamde ogenfibula bleek te zijn uit de le eeuw van bijna 7 cm. lang. Ietwat verbogen maar toch vrijwel gaaf. Origineel moet dit een serieus sieraad zijn geweest met het brons goudglanzend gepoetst... Van dat edele metaal (goud) had ik evenwel al geruime tijd niets meer gevonden totdat ik een intrigerende 'inlay' in een fragment (15 x 25 mm.) van een zilveren broche niet ver van de vorige vondst aantrof. De versiering rondom doet Frankisch (8e eeuws) aan en het ingelegde deel roept associaties op met Scandinavische (Viking) sieraden uit die periode. Een ander voorwerp kwam op amusante wijze in mijn bezit. Een deel van het plezier in het zoeken bestaat uit het contact met de dieren des velds. Zo zat er in dit geval, iedere keer dat ik daar aan het zoeken was, een haas op een bepaalde plaats en in tegenstelling tot wat ze normaal doen (het hazen - pad kiezen) bleef deze gewoon zitten en kon ik hem tot op enkele meters naderen. Het was in de tijd dat ze aan het 'rammelen' waren, misschien was hij daardoor minder schuw want ik kreeg niet de indruk dat hij ziek was. Ik liep er dus altijd in een boogje omheen, maar toen hij op een dag niet thuis was, zocht ik toch de plaats rond zijn leger maar eens af en vond tot mijn vreugde een gedeeltelijk gesmolten sieraad van goud waar nog duidelijk sporen van filigraan versiering op te ontdekken waren. Deze techniek was al in gebruik bij de beschavingen van de oudheid, maar ook bij de 'barbaren' en heeft opmerkelijke werken voortgebracht in het Nabije en het Verre Oosten en ook in het Middeleeuwse edelsmeedwerk in het Westen. Tegenwoordig wordt deze techniek nog toegepast bij de vervaardiging van Zeeuwse volksjuwelen, maar het meest lijkt dit nog op iets uit de Vroege Middeleeuwen. Tot slot toon ik een vondst van een andere locatie. Op de allerlaatste dag dat het mogelijk was - de dag erna werd er geploegd - en na eindeloos veel uren zoeken vond ik mijn derde tremissis: Nummer 88, september 2008 Historische Vereniging Texel 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2008 | | pagina 23