De functie van dergelijke uitgaven blijkt bijvoorbeeld
uit het titelblad van een vrijwel identieke uitgave:
Historiën des Ouden en Nieuwen Testaments vermaec-
kelyck afgebeeldt ende geëtst door Pieter H. Schut ende
nieulijck uytgegeven door Nicolaes Visscher tot Amstel-
dam met privilegie waarbij tot breder uitlegging gevolgt
kan worden de Bybelsche vragen zijnde zoo geschikt dat
kinderen in een jaar alle de bybelsche historiën in zijne
houding en zamenhang weeten te verhalen. Kortom: het
waren prentverhalen voor een breed publiek, waaruit
bijvoorbeeld het boek Ezechiël, als te zwaar en te
moeilijk voor de leek, eenvoudig werd weggelaten.
Overigens baseerde Pieter Hendricksz. Schut veel van
zijn etsen op oudere afbeeldingen van Matthaeus
Merian de Oudere (1593 - 1650). Merian was geboren
in Basel, had gestudeerd in Parijs, Stuttgart en in
Holland en vestigde zich in Stuttgart, waar hij een
zeer bekend en productief atelier leidde. Van zijn
hand en uit zijn atelier verschenen in 1625 - 1627
250 kopergravures met als onderwerp het Oude - en
voornamelijk het Nieuwe Testament. Deze gravures
vormden de inspiratiebron voor andere graveurs en
prentenkunstenaars, waaronder Pieter Hendricksz
Schut. Soms namen die graveurs de afbeeldingen van
Merian tot in detail over. Dit van elkaar overnemen
was heel gebruikelijk in die tijd, zeker bij deze
prentkunstenaars.
Op ons bedbankje heeft de onbekende ambachtsman
de vijgenboom, Zacheüs en Christus met bijna iden
tieke vormen, houding en gebaar overgenomen van
prent nr. 57 uit de HISTORIËN des NIEUWEN
TESTAMENTS van Pieter Schut; ook de 4 personen
naast Christus zijn op die prent herkenbaar. De andere
figuren op ons bedbankje zijn mogelijk nageschilderd
van een nog niet teruggevonden prent.
Een bijzonder huwelijkscadeau
Ik neem aan dat dit bedbankje een huwelijkscadeau
is. De 2 initialen met in het midden het jaar 1739
geven daar voldoende aanleiding toe. Bedbankjes
werden vaak als huwelijksgeschenk gebruikt. Los van
eventuele symboliek in de beschildering vormden ze
immers de opstap naar de bedstee: letterlijk en figuur
lijk de opstap naar het nageslacht.
Met de beschildering van dit bedbankje werden nog
enkele wensen uitgedrukt: Zacheüs de tollenaar was
een rijk man; hij zegde, nadat Christus hem aansprak,
de helft van zijn vermogen toe aan de armen. De
wensen die in deze schildering besloten liggen, kun
nen wij omschrijven als rijkdom, mededogen met de
armen (weldoen) en het ware geloof aanhangen. De
schenker van dit bankje wenste ons bruidspaar dus
nageslacht, rijkdom, mededogen met de armen en
het ware geloof. Dat is nogal wat!
prent nr. 57 uit de HISTORIËN DES NIEUWEN TESTAMENTS DOOR PIETER H. SCHUT
14
Historische Vereniging Texel
Nummer 87, juni 2008