Tessels Prate
Dit stukje wordt een In Memoriam voor Door van
Sambeek - Schrama, voor veel Tesselaars "Doortje
Skrama".
Ongeveer een maand voor haar plotseling overlijden
belde ze me.
"Ik hèw een ferhaaltje skreve in 't Tessels en ik wooje
1rageof jee d'r effe naar kieke wil. Ik fiend het zellef
nag-al aardig inaar ja..., kei-je niet effe komme?"
De volgende dag zat ik met koffietijd bij Door aan de
tafel. Fiend je het wat?"
Nou, ik vond het enig en daar was ze blij mee.
"t Wis nag een hééle klus, ik wa er puur zo'n tiedje mee
bezig, 's Eéves in bèèd doch ik er nagan en dan
feranderde ik aredags weer wat. En wat sow ik het leuk
fiende as Monica Maas d'r wat bee tekende!
We dronken koffie met een korsie en we praatten
honderd uit over vroeger, over haar winkel op de
Steenenplaats en over haar liefde voor de Texelse
klederdracht. Ze zei dat ze dankbaar was voor haar
leven.
"Onze sestigjarige bruiloft hèwwe we nag zó mooi fierd
met alle kienders!
Een rijk gezegend mens, dacht ik toen ik naar huis
fietste, want dat ben je toch, als je zo dankbaar kunt
terugkijken en nagenieten, ook al is het zwaar om
verder te moeten zonder je levenspartner.
Lieve, leuke Door, we vergeten je niet!
En hier volgt haar verhaaltje, herinneringen uit haar
jeugd.
Mien hoed
Ik was denk ik tién jaar toen ik een nuwwe hoed kreeg,
een gries polhoedje met een blaauw lintje en een blaauw
trutteltje foorop.
We ginge op een sundag, vader, moeder, me broertje
Henl< en ik naar ommoe in Ongeren. We mochte met
ome Kees mee naar het land te koeiemelleke.
Opiêns waait me hoed of. De koê seit hap en ik sien
mien hoed in de bek fan de koê ferdwijne!
Ome Kees, Ome Kees! De koê freet mien hoed op!
Ome Kees, onder de koê fedaan en redde mien hoed uut
de koê sien bek, nat en kleverig.Moeder heb 'em thuus
wat ofwasse en op een omkeerde blompot set. De are
sundag was-ie weer droog.
Nummer 86, maart 2008
Historische Vereniging Texel
23