Beroemde Texelse duinvalleien terug aan de natuur PLANTEN LANGS DE AALLOOP HERSTEL VAN NATUURWAARDEN Vaak zou ik eens willen terugkijken in de tijd. Hoe zag de natuur er een eeuw geleden uit? Of zo'n vierhonderd jaren terug? Ik geniet van de planten die verschijnen op het groene strand van de Hors. Maar hoe moet het er uit hebben gezien toen in 1590 deLaen door verheling van het Robbesandt een natte strandvlakte werd, een laagveenmoeras met zoetwatermeren? Over niet al te lange tijd zal de Razende Bol met de Hors verhelen en een nieuwe strandvlakte vormen, waar nu het steeds ondieper wordende Molengat om de zuidwestpunt van Texel stroomt. In de zestiende eeuw stroomde de Laen van Marsdiep naar Noordzee om Texels zuidwestpunt. Dit zeegat kwam uit bij paal 12, bij het strandpaviljoen aan het eind van het Jan Ayeslag. Toen de Laen verzandde, ontstond een strandvlakte, die in 1774 door een stuifdijk kunstmatig is veranderd in de tegenwoordige duinvalleien Pompevlak en Grote Vlak. In de achttiende eeuw leverde het Pompevlak drinkwater aan de schepen, die voor anker lagen in de Mok, de luwe baai aan de zuidpunt van Texel, die ooit deel uitmaakte van de Laen. Via een duinbeek, de Aalloop, stroomde zoetwater uit de natte valleien af naar de Mok. Omdat de strandvlakte bij de Mok niet was afgesloten, kon bij storm zeewater het Pompevlak binnendringen. In de negentiende eeuw was er een crisis in de landbouw: er was te weinig grond om te voldoen in de levensbehoeften van de sterk toegenomen bevolking. De ontoegankelijke strandvlakte werd gezien als woeste grond, die in cultuur gebracht kon worden. Om de valleien droog te leggen en ontginning tot grasland mogelijk te maken liet Domeinen in 1880 de ruim zeven kilometer lange Moksloot graven. De vader van Frederik van Eeden beschreef dertien jaar eerder hoe de Aalloop eruitzag. Langs de bochtige oevers groeiden wateraardbei en hoge cyperzegge tussen lisdodden en gaügaan, in het oevergras vleeskleurige orchis en de zeldzame groenknolorchis. Waterdrieblad, drie soorten duizendguldenkruid, moeraskartelblad, waterpunge, watermunt, blauwe knoop en een groot aantal zeggen groeiden in kleine moerassige inhammen van de stroom. Niet veel anders dan nu in de vochtige valleien tussen Geul en Hors. In het noordelijke deel lukte de ontwatering te goed. De Westerduinen en de Blekersvallei droogden zo uit dat er geen grasland van te maken was. Landbouw was in de valleien al nooit een succes en verdween ongemerkt. In 1955 ging Texel voor de eigen drinkwatervoorziening zorgen. Daartoe werd de Moksloot afgedamd, maar de groeiende toeristenstroom maakte dat er meer drinkwater nodig was dan de duinen konden opbrengen. Het watertekort werd aangevuld door het met schepen aan te voeren. In 1987 werd de drinkwaterwinning op Texel gestaakt. Drinkwater wordt nu via een dubbele pijpleiding van de vaste wal aangevoerd. De valleien werden natter en toen deed zich de gelegenheid voor de vroegere natuurwaarden 27

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2005 | | pagina 29