MILIEUDYNAMIEK VOGELS EN VLINDERS Uitbundig geel bloeien rolklaver en echt walstro op plekken waar niet werd geplagd. Het is de vraag of die zullen standhouden, als de zee bezit neemt van de valleien. Geel zijn ook de bloemen van zilverschoon, dat rode uitlopers maakt over het maagdelijke zand. "Zilverschoon is typisch voor zout-zoetovergangen, want het houdt van een dynamisch milieu," zegt Erik. "Kijk, dit hier is dwergbloem." Hij wijst een paar nietige plantjes aan op een kaal plekje tussen de hogere begroeiing. Dwergbloem is na mosbloempje het kleinste plantje van onze flora, laag bij de grond, met ruitvormige blaadjes en bijna onzichtbare bloempjes, die uitsluitend opengaan bij warm weer en dan nog alleen in het begin van de middag. Een loep is nodig om ze goed te kunnen zien. De dwergbloem heeft de twijfelachtige eer nu gerekend te worden tot de tweede categorie van de Rode lijst: ernstig bedreigd. Voor 1950 was het plantje uit 137 uurhokken bekend, daarna uit maar 37 uurhokken (atlasblokken van 5 bij 5 kilometer), voornamelijk in niet ontwaterde delen van de duinstreek. Een blauwe kiekendief wiekt over de russenvlakte. Een vrouwtje, te zien aan de witte stuitvlek. Wulpen komen angstig roepend boven ons vliegen en hoog in de hemel tiereliert een veldleeuwerik. Tot voor kort een gewone weidevogel, die zich in de polders steeds minder laat horen. "Op Texel broedt hij meer in de buitenduinen dan op de Slufter," zegt Erik. Op een enkele plek schieten akkerdistels op. De blauwpaarse bloemhoofdjes trekken veel insecten. Het gonst van de vliegen, bijen en hommels en met wijdopen wieken koestert een duinparelmoervlinder zich in de zon. Even oranjerood als de kleine vos, met een zwarte tekening en op de onderzijde van de achtervleugels zilverwitte vlekken. Een vlinder van droog duingrasland, in zijn voortbestaan bedreigd en niet alleen in Nederland. Uit Vlaanderen is hij al verdwenen en in Wallonië en Noord-Frankrijk zijn nog maar een paar kwetsbare populaties over. "Een zwaar wegende kwaliteitsindicator," schrijft vlinderdeskundige Frits Bink, die tevens meldt dat de soort gebaat is bij lichte begrazing. Van Slufterschapen bijvoorbeeld, denk ik dan. Die eten zonder schade het giftige duinkruiskruid, dat dodelijk is voor paarden en runderen en nu kaal wordt gevreten door honderden geel en zwart geringde zebrarupsen van de sintjakobsvlinder. De rupsen accumuleren in hun lijf het in hun voedselplant voorkomende senecionine, een vergif dat ze oneetbaar maakt. Henk van Halm in Trouw van 17 juli 2003 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2005 | | pagina 27