VOLGESTORT MET HUISVUIL dat je vanaf de rietoever zo'n aardige kijk hebt op Den Hoorn met zijn unieke witte kerkje. Terug maar weer langs de Kuildijk en in het voorbijgaan toch in het gras nog een enkele ruitjesbovist ontdekken, een tennisbalgrote stuifzwam met versmalde voet, wit en bedekt met ruitvormige vlokken. Een bont gevlekte poes sluipt weg met een dier in de bek, net een jonge mol. Een noordse woelmuis, een sterk op Texel vertegenwoordigde veldmuis, een ondersoort die nergens buiten ons land voorkomt en ons dus een grote internationale verantwoordelijkheid geeft. De kiekendieven en de velduilen maakten ongetwijfeld jacht op dit zoogdiertje. In de lage duintjes van Klimmat, die de grens vormen tussen de Naai en de Kuil, tegenover de picknicktafel aan de Mokweg, lag het Rommelweeltje. Tot ongeveer 1960 gooiden de Hoornders daar hun huisvuil in. Zo dempten ze dit kolkje, dat een van de oudste waaltjes moet zijn geweest in de buurt van Den Hoorn. Vermoedelijk brak hier de zee door de duintjes, toen de Naai al was ingedijkt en de Kuil nog niet. Op de plek van het Rommelweeltje groeit nog steeds riet. Natuurlijk is ook rondom de kolk vuilnis terechtgekomen, dat genadig is afgedekt en daardoor onzichtbaar voor de argeloze toerist. Die vindt op de heuveltjes naast thrincia zelfs wat struikhei in combinatie met eikvaren, schapezuring, laat bloeiende zandblauwtjes waarop nog een pronkend vuurvlindertje (schapezuringis de voedselplant van de rups!), veel duinroosjes, kraailook, rendiermos, smalle weegbree en helm, maar ook uitgebreide plekken met brandnetel, zevenblad, akkerdistel, ridderzuring, knopige duizendknoop, hondsdraf, witte dovenetel en witbol. Braamstruweel en vlierstruiken zijn tussen het riet opgeschoten. Een nog mooier schraalland ligt tussen Rommelweeltje en Kuildijk. In augustus ziet het paars van bloeiende struikhei en in mei vormen katjes van de kruipwilg er gele plekken. Nu heeft de wilde kamperfoelie er bleekgele trompetbloemen naast donkerrode bessen en zijn er zelfs nog roze tonnetjes van de dophei. Bij de Kuildijk liggen nog een paar afgedekte vuilstortplaatsen, beplant met duindoorn, rimpelroos en vlieren en spontaan begroeid met knopige duizendknoop, braam en Canadese guldenroede. Wie niet beter weet, zou kunnen denken dat het natuurlijke hoogten zijn! Net als aan de Mokweg, waar een appelboompje uit een weggeworpen klokhuis tussen hoge brem en veel berken de illusie van een bosje teniet doet. De plek kan mooier en beter. Texelaar Dick Drijver wil het Rommelweeltje opnieuw laten uitgraven. Dat zou mooi zijn, als ook een oplossing wordt gevonden voor berging van het opgedolven huisvuil... Henk van Halm in Trouw van 5 oktober 2002 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2005 | | pagina 24