Eilandproblemen en een feestje
VERDROGING
DIJKSLOTEN BUITEN SPEL
De harlekijnen en de brede orchissen van de Bol zijn uitgebloeid. Ratelaar, koekoeksbloem en
scherpe boterbloem bepalen het aanzien van de weilanden. Grutto's krijten bezorgd om hun
kroost, dat ergens tussen de weideplanten schuilt. Hier op de Waddenzeedijk beleef je Texel op
zijn best.
Dat dacht je maar. Er is heel wat mis met de natuur op het Waddeneiland. Staande op de
Waddenzeedijk vertelt hydroloog Nicko Straathof over de waterproblematiek op het eiland.
"Het landschap van Texel lijkt sterk op dat van de kop van Noord-Holland, maar er is één
groot verschil: het water in Noord-Holland is grotendeels afkomstig uit de rivieren, maar het
eiland moet het hebben van eigen water, van neerslag. De duinen bevatten een enorme
zoetwaterbei, die water afgeeft aan het achterliggende poldergebied. Toch treedt verdroging
op. Bij de ruilverkaveling in de jaren zestig werd de afwatering aangepast aan de eisen van
hoogproductieve landbouw. Kronkelende sloten en kreken werden rechtgetrokken en grotere
gemalen zorgden voor een lager slootpeil, omdat de boeren gebaat zijn bij een lage
grondwaterstand, wanneer ze het land met moderne landbouwmachines moeten bewerken. Nu
lopen grote afwateringskanalen door en langs natuurgebieden, wat tot verdroging leidt.
De grondwaterstand in natuurgebieden als Waal en Burg, de Bol, de Hoge Berg en Dijkmans
huizen is hierdoor sterk verlaagd. Verdroging heeft geen verdorring tot gevolg, maar een
verandering in de samenstelling van de vegetatie. Vochtminnende soorten, waaronder veel
zeldzame planten, maken plaats voor soorten die droogte verdragen en in het algemeen gebaat
zijn bij een hoog stikstofgehalte van de bodem.
Hoe lager de waterstand is, hoe meer zoute kwel wordt aangetrokken. Omdat de Texelse zilte
weilanden elders in ons land nauwelijks voorkomen, hebben ze een hoge natuurwaarde, maar
een hoog chloridegehalte strookt niet met de belangen van de landbouw. Het brakke water
komt nu terecht in de verdiepte watergangen in plaats van in de natuurgebieden. Bovendien
bevat het water hoge concentraties aan reststoffen van agrarische bedrijfsvoering."
De overtollige neerslag uit de polders Het Noorden en Waal en Burg werd vroeger via
dijksloten en een suatiesluis geloosd op de Waddenzee. Bij vloed werd het teveel aan neerslag
tijdelijk in de dijksloten geparkeerd tot het bij eb in de Waddenzee kon worden geloosd. Bij
laag tij stroomde zoetwater via de dijksloten naar zee en bij hoog tij stroomde zeewater binnen.
Dat is drastisch veranderd bij de dijkverzwaring aan het eind van de jaren zeventig. De
suatiesluizen zijn verwijderd en de dijksloten hebben hun functie verloren. Het nieuwe gemaal
Krassekeet slaat de overtollige neerslag direct uit op het wad. Nu staat het water in de
dijksloten nagenoeg stil, ligt een dikke sliblaag op de bodem en is het water troebel door
algenbloei.
"Door het veranderde waterbeheer is de ruppia verdwenen," zegt Straathof ter illustratie.
Hoewel de ruppia een zeldzame waterplant is, die op de rode lijst van bedreigde
plantensoorten staat, gaat het daar niet om: de onaanzienlijke ruppia moet het hebben van
helder brak water en dat is er dus nu niet meer.
17