boerderij, toen hij opeens een harde klap tegen zijn hoofd voelde. Hij streek met zijn hand langs zijn oor en merkte dat het bloedde. In de keu ken van de boerderij gaf de boerin een gil. 'Do's ok wöt!' riep ze, 'Me man heb een nuwt jachtgeweer kocht en nou zeurt me zoon öl de hééle dag dot-ie er een keer mee skiête wil. Ik hèèw het öllemaar ferbode, maar nou net roep-ie: 'Moeder, ik sien een kraai, mag ik nou iên keer skiête?' En ik sèèg: Nou, iên keer don'. 'Nou, en hij had em raak', zei de Rijmelaar. Dokter Reinout heeft de kogeltjes nog dezelfde dag uit het oor verwijderd, maar zag er een over het hoofd. Op verjaardagen en partijen, als het ver haal van het schot hagel weer eens de ronde deed, hoorde het bij de tra ditie, even aan het kogeltje in het oor te voelen! - Dirk Bakker ('de Bies') woonde op 'Onze Lust', dat hij ook voor zijn rekening had laten bouwen. Hij was een sobere schapenhouder en een onverbeterlijke optimist, wat uit het volgende mag blijken. In een zeer droge zomer was Dirk nog opgewekt aan het werk gegaan. Hij had de schapen in de nes en was klaar om ze naar een nieuw perceel te brengen. De sloten stonden droog en er was geen gras, maar Dirk zei: 'Ik hèèw ze een fris merk geve, neuwe spanne en d'r is een kolkie met lekker water!' - Iemand zei over een babbelzieke vrouw: 'Je ken d'r mond mit een veertje opek- rigge, maar mit gien knieptang meer dicht!' - Bob Bakker stond met de auto bij de boot, ski's op het dak. Zegt een Teso- medewerker: 'Weer moet jee naartoe mit je gleehoutjes?' - Iemand fietste zonder licht en werd door een agent aangehouden. 'U zult moe ten lopen.' 'Dot helpt niet, ös ik lóóp doet-ie het ok niet!' - Daan, 6 jaar, logeert met z'n oma een paar dagen op Tessel. Hij vindt het maar rare schuurtjes, daar in de weilanden. 'Zo'n schuurtje heet een schapenboet' zegt oma. Even later ziet Daan er nog een. 'Kijk oma, daar heb je weer zo'n scha penboetiek!' - Van Jim Schagen zijn heel wat originele uitspraken bekend. Hier is er nog een: 'Wannéér ik dóód gaan, dót hoef ik niet te wete, maar wéér ik dóódgaan, dot wil ik wel wete, wént dón gaan ik deer niet naartoe!' Ik hoop dat u hiervan weer kon genieten. Voor het volgende nummer reken ik op uw oude of nieuwe Tesselse verhalen! ös ik lóóp doet-ie het ok niet!' 27

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2003 | | pagina 29