verder ongemakken te verhoeden, vin
den dat er hoognodig ten aanzien van
omheinen, vastzetten en vastbinden
van de beesten afdoende keuren en
besluiten moeten worden genomen en
naar vermogen in de handvesten en
privileges vastgelegd, en daar zij
beducht zijn dat er enige kwaadwilli
gen hun eigen voordeel boven het
algemeen belang stellen en hiertegen
enige oppositie zou ontstaan, verzoch
ten daarom de supplianten (de burge
meesters) dat de Staat voornoemd de
voorzegde keuren en verordeningen
willen goedkeuren en erin toestem
men. Zo is het dat de voorzegde Staten
tot behoud van de voorzegde duinen
en de landen daarbij gelegen, na
advies van de Rekenkamer van
Holland, besloten en vastgesteld heb
ben, en hierbij besluiten en vaststellen
dat niemand, wie hij of zij ook moge
zijn op het eiland Texel, enig beest,
hoe het ook mag zijn, overal mag laten
lopen, maar de beesten zal moeten
omheinen, vastzetten en op hun eigen
grond houden. En dat de juiste hein-
dag vijf weken voor mei zal zijn, te
weten 27 maart en dat een ieder zijn
beesten omheint en op zichzelf zal
houden tot Victorisdag toe, 10 okto
ber, zonder dat iemand voor die tijd
een beest mag laten loslopen, uitge
zonderd bij watervloeden of andere
wateroverlast en wie moedwillig deze
verordening overtreedt en rebelleert,
dat de schout, boden dienaars, ja wie
wil en er schade doorlijdt, het loslo
pende beest zal mogen schotten en de
eigenaar bekeuren, te weten een paard
voor 20 stuivers, een tweede keer voor
twee gulden, een derde keer drie gul
den en een vierde keer verbeuring van
het paard, voor een koe voor de eerste,
tweede en derde keer de helft aan
boete van een paard en de vierde keer
insgelijks verbeuring van de koe, en
voor een schaap of lam de eerste keer
drie stuivers, de tweede keer zes stui
vers, de derde keer twaalf stuivers en
de vierde keer de verbeuring van het
schaap of lam, en als iemand een van
zijn beesten onverhoeds kwijtraakt en
dit uit de wei in andermans wei gelo
pen is (wat gebeuren kan) en hier aan
getroffen wordt, dan zullen de aange
stelde schutters het dier mogen schot
ten, op voorwaarde dat in ieder dorp
een goed en bekwaam schutter aange
steld zal worden om dit te doen en het
dier naar behoren te bewaren. Maar
de verordening geldt ten eeuwige dage
niet ten tijde van watervloeden als
hierboven genoemd is. En om hetgeen
hiervoor gesteld is na te leven, bevelen
en keuren de Staten goed dat de eer
ste deurwaarden van het Hof van
Holland de inhoud hiervan op kosten
van de supplianten (burgemeesters
van Texel) overal te publiceren waar
het nodig zal zijn. Besloten in Den
Haag onder zegel van de Staten van
Holland de 13°® maart 1579"
Eronder stond geschreven: Ter
bekrachtiging door de Staten door mij
ondertekend. Vergeleken met de origi
nele verordening op papier geschreven
met een rood opgedrukt zegel. Zonder
doorhalingen en bevonden daarmee
overeen te komen, in kennis van mij,
secretaris van stad en eiland,
F. A. Falckoogh.
23