"Roerende den helm inden duynen vanden lande van texel" In een interessant artikel dat hierna volgt gaat Maarten 't Hart in op een keur van Texel. De problematiek daar in betreft het grazen van vee in de dui nen. Deze behoren tot de domeingron den van de keizer als graaf van Holland. Het verbod op dit duingrazen is onderdeel van de algemene regels die de landsheren reeds lang op dit gebied uitvaardigden, in een poging om de duinen te beschermen. Daarvoor voerden ze argumenten aan die elkaar min of meer tegenspreken. Allereerst voeren ze een reden aan, die je vandaag ook nog als een soort slag zin in de duinen aantreft: "Duin belo pen zeewering slopen". Zo ongeveer formuleert ook keizer Karei V in een plakkaat gedateerd 8 augustus 1530.1 Daarboven staat het opschrift zoals hierboven is overgenomen. Karei schrijft in dit stuk: Alzoe wy geïnformeert zyn dat die zee- duynen inden eilande van texelle, die denzelven eylande van de noortzee beschutten ende beschermen, zeer verstuyven ende vergaen, overmits dat d Ingesetenen aldaer hem vervoideren [zich verstouten] den helm die daerop wast [groeit] ende zyluyden niet gepoit [gepoot] noch geplant en hebben met grooten menichte afmaeyen, ende by hem hebben ende houden met groot ten hoope, daer mede zy backen ende brouwen ende anders hueren wille doenlv4 Hij heeft dus gehoord dat de duinen verstuiven omdat de bewoners van Texel de helm afmaaien voor huiselijk gebruik, terwijl hij juist al eerder alle kustdorpen opdracht had gegeven om helm te planten.2 De inwoners laten het echter niet bij het helmmaaien. Ze jagen ook nog eens hun vee de duinen in, koeien, paarden, schapen en varkens. Karei beveelt daarom een openbaar verbod op deze handelwijze af te kondigen. De schout en de wethouders moeten op de naleving van dit verbod toezien. Op de eerste overtreding ervan staat een boete, op de tweede een dubbele boete en op de derde een vierdubbele boete plus verbeurdverklaring van het dier. Zo is de boete voor een paarde de eer ste maal 3 gulden, de tweede maal zes gulden en de derde maal twaalf gul den.3 Voor een koe geldt de helft van deze bedragen, voor een kalf, schaap of varken een kwart daarvan. De opbrengst der boeten wordt in drieën gedeeld: de keizer, de schout en de aanbrenger van het delict krijgen daarvan elk een derde deel. Verder beveelt de keizer dat, om smoesjes te voorkomen, alle helm die al bij de hui zen ligt binnen een maand dient te worden opgeruimd. Bij niet opvolgen van deze opdracht volgt verbeurdver klaring van de helm plus een boete. En autoriteiten die niet voor een goede naleving der geboden zorgen, worden met de toorn van de keizer bedreigd. Reeds eerder had de landsheer een tweede reden aangevoerd waarom hij wilde dat de duinen werden ontzien. In een "Provisie upte duynen in texel dat die niet bescadicht en worden byden scippers ende bootsgesellen, aldaer arriverende by tempeste [storm] ende verbeydende [uitblijvende] wint" van 11 maart 1530 4 verbiedt Karei V schepelingen die op de rede liggen in groepen aan wal te gaan, "op peene van lyfstraffe". Ze bedrijven tegenover de bevolking "groote foertse" [geweld dadigheden] en ze vangen en fretteren konijnen. Het verbod wordt op 25 maart op Texel afgekondigd.5 Dat vereist enige toelichting. Want konijnen bedreigen toch ook de dui nen? 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2003 | | pagina 21