Herinnering aan de ramp in
1953 bij De Cocksdorp
5
4Gedraaid wil zeggen: het watergemaal in werking,
als het watergemaal in werking was, bleef de machi
nist op zijn post in het gemaal. Het elektrische
watergemaal op de dijk bij De Cocksdorp bemaalt
heel de polder Eierland en mondt uit in het haventje
van het doip.
5Normaal laag water in De Cocksdorp is 0,90-NAP.
6Normaal hoogwater in De Cocksdorp is
0,50+NAP, maar hoogwater is normaal ca 6 uur na
laagwater.
7Oprit over de dijk naar het haventje.
8Het bolwerk is een versterkt stuk dijk tussen de
Eierlandse dijk en de duinen. Doordat de duinen op
de noordpunt rond de vuurtoren steeds zwakker
werden, was enkele jaren daarvoor het bolwerk aan
gelegd. Het bolwerk zelf bleek sterk genoeg, maar
de aansluiting op de oude dijk vormde opnieuw een
probleem. Het bolwerk is na de stormramp dan ook
verder verlengd.
9De polder Eierland beschikte in die tijd niet over
een eigen vrachtwagen. Het vervoer van materialen
voor weg- en dijkonderhoud werd in die tijd door de
firma Dijksen uit De Cocksdorp uitgevoerd.
Dijksen, of de chauffeur Harm Nieboer, reed wel
enkele malen per week voor de polder en was dus
goed ingewerkt.
10Sjouke Nota en Leen Laan zijn vaste werknemers
van de polder Eierland. W. Stolk en O.L. de Kindt
zijn opgeroepen dijkwachters.
nDirk Barends had een taxibedrijf in De
Cocksdorp.
12De Witte Hoek is het gebied langs de Vuurtoren-
weg.
l3De brandweersirene is geplaatst op de werkplaats
van het bouwbedrijf van de firma H. Daalder aan de
Achterweg (nu Langeveldstraat). De sirene is ook
bij storm op het hele dorp goed hoorbaar. Adri van
Hoorn beschikte over een sleutel, omdat hij ook lid
was van de vrijwillige brandweer.
14 Waar nu het watergemaal het overtollige binnen
water loost in het haventje, was hier tot het begin
van de vorige eeuw een echte zeesluis. Voor
Durpers was het echter 'De Sluus' gebleven.
door Louis Adriaansz van Hoorn1
Om een uur of vier in de nacht van zaterdag 31 jan
uari op zondag 1 februari werd ik wakker van de
sirene, die over het dorp loeide. Toen ik beneden
kwam hoorde ik van mijn moeder2, die al de hele
nacht op was geweest, wat er aan de hand was. Er
was een zware storm, mijn vader3 was op de dijk en
had steeds meer mensen ingezet voor de dijkwacht.
De sirene die hij in werking had gezet was een sein
voor alle Cocksdorpers.
Mijn moeder nam de zaken thuis waar: op het pol
derkantoor aan huis ging regelmatig de telefoon; zij
stelde de bellers op de hoogte van het laatste
nieuws. Moeder en vader hadden regelmatig con
tact: of hij kwam even thuis om te bellen, droge kle
ren aan te doen en een boterham te verorberen, of zij
ging naar de dijk, waar ze aan vader of een van de
vaste werknemers van de polder berichten doorgaf
die ze per telefoon had ontvangen. Pas na 7 uur zon
dagmorgen kwam ook de radio (Hilversum 1 en 2)
weer in de lucht, zodat ze ook hoorde hoe zich de
ramp over de rest van Nederland voltrok.
Natuurlijk wilde ik het zelf gaan bekijken, dus ik
ging naar de dijk. Het was nog donker en het regen
de. Ik wist dat het om deze tijd laagwater moest zijn
en dan ligt normaal het slik voor De Cocksdorp
droog. Maar op de dijk gekomen zag ik dat er bui
tendijks veel water stond, tot over de helft van het
dijkbeloop. Dat is een hele vreemde gewaarwording
en ik voelde aan dat er iets ontzettend mis was. Over
de dijk zag ik naar beide kanten de dijkwachters
lopen met hun stormlantaarns. Ik kende de lan
taarns, de polder beschikte over een hele voorraad.
Vader had ze wel eens gedemonstreerd: het waren
olielampen, goed winddicht en niet uit te krijgen.
Er waren veel mensen op de dijk en iedereen volg
de de aanwijzingen van mijn vader op. Er moesten
zandzakken gevuld worden. Er was inmiddels zand
aangevoerd en er lagen stapels zakken. Ik kreeg met
enkele andere jongens de taak om zandzakken op te
houden, zodat volwassenen ze gemakkelijker kon
den vullen.
Na een tijd hadden we voldoende voorraad, zodat ik
nog even op de dijk kon kijken. Het was een kol
kende watermassa aan de buitenkant van de dijk; de
golven liepen hoog tegen de dijk op en kwamen er
af en toe overheen en het was nog geen hoogwater.
De boten in 'de Sluus'4: een achttal roeiboten, maar
ook twee 'schuten'5 van de gebroeders Boon en de