straat te horen. Een keer in de drie weken was er
kerkdienst en dan zaten we natuurlijk weer stil op
het zoldertje.
De koster en zijn vrouw, ome Jan Timmer en tante
Gert, zorgden voor ons eten. Veel gerste- en rogge
brood en tante Gert roomde de volle melk af. Als het
eten werd gebracht stond er iemand op de uitkijk en
werd er met het stoffer en blik gerammeld ten teken
dat het eten gebracht werd. Het werd aan de achter
kant van de kerk door het raam geschoven, daar
moesten we het ophalen.
Direct na de oorlog kwam ik bij de Binnenlandse
Strijdkrachten. De machtige Noordbatterij lag er
verlaten bij. Er waren vaten met spek en ook blik
ken koffie en in de officierskantine lagen luxe
Perzische tapijten. De firma Vlessing heeft daar- een
deel van mogen terughalen. De Duitse honden
waren achtergelaten. Het krioelde van de konijnen;
je kon er wel 300 per nacht vangen.
In 1946 trouwde Daalder en ze gingen als jong stel
in Oudeschild wonen. In een pand in de bocht van
de Ruyterstraat. Het was eigendom van Souw de
Wijn en ze betaalden f 1,75 huur in de week.
Voorheen was het een café geweest en het heette De
Smak. Er was onder andere nog een oude kelder in,
waar vaak water in stond. Volgens overleverin-gen
was dat het café waar Michiel de Ruyter kwam.
Hier had de familie Daalder een groentezaak. In
1953 is deze overgenomen door Dirk Vermeulen.
Toen is Daalder bij de firma Daalder in dienst geko
men.
Er was veel werk op Texel na de watersnoodramp.
Ook de afslag van de duinen en het strand was toen
al enorm. Veel bunkers uit de oorlog spoelden bloot
en vielen in de zee. Ze moesten zo veel mogelijk
gesloopt worden met mokers en springstof. Ze ver
huisden in 1955 naar AHet Volle Profijt@ bij het
Licht van Troost. Daar stonden een paar verbouwde
kippenhokken, die later door brand verloren zijn
gegaan. Tinus Troost was de eigenaar en nu is het
land van Kees Kikkert waar de krielkippen los
lopen. De familie Daalder ging er wonen, omdat
toen daar B bij de Petten - de dijkverhoging B op
Deltahoogte B begonnen is. Voor deze verhoging is
het hele Neeltjesduin afgegraven, een duin dicht bij
de Mokbaai. De firma Daalder legde er een stukje
spoor voor aan en met kiepkarretjes kwam het afge
graven zand ter plekke. Vlak bij het duin de
Kogelvanger. Daar liggen nog vele rode kogelhul
zen.
Vanaf het Licht van Troost werd voor oefening dooi
de MOK militairen op de Kogelvanger geschoten
op een pop die op een rail heen en weer werd
getrokken. De hele dag buiten en zwaar werk.
Zinkstukken maken voor de strandhoofden, te
beginnen bij het Westerslag. Stenen van 100 kg
optillen en wegzetten. Met bulldozers werden dui
nen naar binnen geschoven en met riet en helm
beplant.
Daalder was voorman. Hij heeft de Kreeftenpolder
mee helpen uitzetten en vertelt over het dynamische
gebied aan de zuidpunt van Texel. De
Kreeftenpolder is hoog opgestoven zodat er weinig
water staat in tegenstelling tot de Horsmeertjes.
Daalder vertelt ook over de restanten van het voor
malige poldertje Ade Volharding@ van de familie
van Heerwaarden, in 1936 weer aan de zee prijsge
geven. Bij heel laag water kan je de ploegvoren nog
in het slib onderscheiden. Ook was er nog een
regenbak, die we hebben moeten opruimen. Vroeger
waren daar toch hoge duinen; bij de Robbenjager
hebben we zinkstukken gelegd. Vlak bij, in de buurt
van het reddingboothuisje liggen de restanten van
de zogenaamde Engelse Kerkhof. Een massagraf
van En-gelsen, omgekomen bij een invasie op
Vlieland.
Wij krijgen het ook nog over de hobby van Daalder,
het vinden van voorwerpen met een metaaldetector.
Velen weten dat Daalder heel veel munten en inte
ressante voorwerpen heeft opgespoord. Maar er is
niet veel oud strand meer over, zegt hij. Door weg
spoelen van zand en door de zandsuppleties.
In de gebieden rond De Hoge Berg en Den Hoorn is
meer te vinden
Het is heel interessant broeder Daalder zo te horen
vertellen. Na een paar heerlijke bakken koffie ver
trek ik uit de Trompstraat.
Dick Bruin
21