Oegstgeester dakpannen
15
tje waar de volmolen aan heeft gestaan. De plaats
van de volmolen op deze kaart was hierdoor gemak
kelijk te bepalen: in het midden van het perceel, op de
hoogtelijn, aan de rand van het voormalige meertje.
Hierna kon de afstand tot Marsweg en Kadijksweg
worden bepaald: 0,6 cm 6 x 25 meter 150 meter
van de Kadijksweg gemeten naar het noorden langs
de grenssloot tussen perceel 15 en 14 en vanuit de
Marsweg 1,5 cm, dus 15 x 25 meter 375 meter
meter vanaf de tocht die 175 meter ten noorden van
de kruising Marsweg/ Kadijksweg begint.
Meting op Ouwesunderklaasdag
Plotseling realiseerde ik me dat de situatie ideaal was
om deze berekeningen na te meten: het ijs was sterk,
ik zou de sloten tussen de percelen 15, 14, 13 en 12
makkelijk kunnen oversteken. Een bordje gemaakt
en geslagen aan een klein paaltje. Met stift de tekst:
Plaats van de volmolen volgens Schraag. Opgemeten
12-12-2002 door Maarten 't Hart.
Na de 150 meter vanuit de Kadijksweg langs de sloot
opgemeten te hebben, nog 25 meter (1 mm op de
kaart) naar het zuidwesten gelopen en het bordje in
de grond geslagen. Vervolgens de afstand van hier
naar de kruising grenssloot/Marsweg gemeten via
sloten, weiland en akkerland. Deze bleek 370 meter!
Niet slecht! Een eventuele fundering van houten
palen zal toch binnen een straal van 10 meter van dit
punt gevonden moeten kunnen worden. Ik ben echter
bang dat geen fundering gevonden zal worden. Wel
kan grondverkleuring de aanwezigheid van een hou
ten fundering venaden. Maar dat is zeker voorbehou
den aan specialisten als de ROB (Rijksdienst voor
Oudheidkundig Bodemonderzoek).
Maarten 't Hart
door H. Janse, uit het tijdschrift 'RVblad'
Omstreeks 1840 startte James Reed te Bishop's
Stortford in Herfordshire (G.B.) de productie van
machinaal vervaardigde dakpennen met behulp van
de stoommachine. De pannen kregen de vorm van de
"Biberschwanz" uit Zwitserland, Beieren en
Oostenrijk, de schubvormig over elkaar liggende
daktegels, waarop ribben zijn aangebracht om het
water naai" de onderste punt te geleiden. De pannen
van Reed werden gestempeld en kregen ribben,
waarmee ze in elkaar sloten. In 1843 verkreeg Reed
een import-vergunning in België. In 1846 startte
Jossen en De Langle, na overeenkomst met de direc
teur van de "Architectural Tile Company' te London,
de fabricage in hun fabriek te Niel (aan de Schelde
even ten zuiden van Antweipen) voor export naar
Engeland. Ze gebruikten Engelse machines.
Op 19 oktober 1849 verleende koning Leopold aan
Jossen en De Langle voor vijftien jaar octrooi voor
een machine voor het fabriceren en een over voor het
bakken van dakpannen met een dubbele rand.
Geleverd werden hele pannen, halve pannen, vorsten
(met grote fleuron en kleine fleuron) en kekerpannen,
genaamd "Doneboomen". Het octrooi verwijst naar
de "Biberschwanz". Later is deze dakpan ook gefa
briceerd door A. D. Angremond in zijn fabriek in de
gemeente Oegstgeest aan de Oude Rijn tegenover het
dorp Valkenburg. De pannen, die altijd grijs
gesmoord waren, werden doorgaans Oegstgeester
pannen genoemd, alhoewel ze ook bekend zijn
geweest onder de naam Jossepan. Erbij behoorden
vorstpannen en hoekpirons. De fabriek is aan het
einde van de 19e eeuw overgegaan in handen van H.
G. van Sillevoldt.
Omstreeks 1914 werd de productie gestopt. De
fabriek werd eigendom van de firma Wernink en is in
1943 gesloopt. In de fabriek werden ook Hollandse
pannen gemaakt en "Franse", vermoedelijk Tuile du
Nord. De klei werd over water aangevoerd uit
Voorschoten. Opvallend is dat J. E. Meyer in "De
Technische Vraagbaak" uit 1917 de pannen nog ver
meldt met als prijs f 40, - per 1000. Er gingen 22
stuks in een vierkante meter en het gewicht was 54
kg/m2. Gewone Hollandse pannen kostten f 24,- per
1000 en er gingen 15 in een vierkante meter.
Er zijn in Nederland nog een aantal gebouwen, die
gedekt worden door Oegstgeester pannen, vooral in
het westen van het land, maar ook verder naar het
oosten. Het weeshuis in Culemborg werd na een
storm in 1865 gedeeltelijk met deze pannen gedekt.
Ze werden ca. 1977 verwijderd, een boerderij te
Nijbroek. Het oudste gebouw, dat ons met deze pan
nen in Nederland bekend is, is een pand aan de
Leeuwenhoeksingel te Delft, gebouwd even voor
1847 (bouwjaar station).