Waarover ik gepreekt heb weet ik niet meer.
Wel, dat we heel intens gebeden hebben
voor zeelieden in nood en voor de mensen
op de Zeeuwse eilanden (de nieuwsdienst
van acht uur had enkele berichten over dijk
doorbraken). Kort na het uitgaan van de
dienst, hoorden we van de rampzalige dijk
doorbraak in de Eendrachtspolder en de
dood van drie hulpverleners in een TESO-
bus, die de polder juist was binnengereden.
Later bleken zelfs zes doden betreurd te
moeten worden.
Aan het begin van de zondagmiddag op
nieuw sirene en getoeter. Den Hoorn zou bij
welke dijkdoorbraak dan ook altijd buiten de
gevarenzone blijven; vandaar dit viervoudige
beroep op ons dorp. Nu moesten we naar de
dijk bij de Oostersluis. De imposant hoge dijk
bleek desondanks op bepaalde plaatsen
overspoeld te zijn door hoge golven van de
Waddenzee. Eenmaal daar aangekomen
bleek het grote en gevaarlijke werk al verricht
te zijn, nl. het voorkomen van verder weg
spoelen. Oosterender vissers e.a. hadden
zware zeildoeken over de dijk heen gelegd
en die aan de zeezijde met stenen ver
zwaard, waardoor het wegspoelen van de dijk
kon worden voorkomen. De klus was door
tientallen vrijwilligers tot stand gebracht in
een levensbedreigende situatie. Aan de bin
nenkant van de dijk was er ook een behoorlijk
brede watervlakte; bij een dijkdoorbraak zou
er voor alle werkers geen redden meer aan
zijn geweest.
Diezelfde avond tegen half acht werd Den
Hoorn opnieuw opgeschrikt door sirene en
getoeter. Ook al was de storm aan het af
zwakken, toch zou dijkbewaking nog nodig
blijven. Een riskante zaak daar in het pik
donker met water voor en achter. In de bus
waren er meer die er 's middags gewerkt
hadden en mijn zorg deelden. 'Dominee, dan
moet u naar de burgemeester gaan om te
overleggen.' Gedrieën gingen we naar het
commando-noodcentrum. We werden daar
hartelijk ontvangen door burgemeester De
Koning, die ons probleem helemaal begreep.
Maar intussen had de Marine voor twee in
drukwekkende lichtaggregaten gezorgd. Bo
vendien was het water enkele centimeters
gezakt. Ons werk zou bestaan uit dijkbewa
king: erop toezien dat de zeilen goed zouden
blijven liggen. Tegen middernacht waren we
weer thuis: voldaan! Maar ook erg verdrietig,
want behalve zes Texelaars, waren er op de
Zeeuwse eilanden al vele honderden verd
ronken. De volle omvang van de ramp werd
pas maandags duidelijk: meer dan 1800 do
den!
Zoals ik gewoon was, maandagmiddag ging
ik op ziekenbezoek: zo ook bij een Hoornder,
die een zware kou met een stevige koorts
had opgelopen. De zieke ziet mij binnenk
omen en fluistert me toe: Weet u, dat ik zater
dagnacht naast u stond bij het doorgeven van
die loodzware zakken bij de Schans? Het
werd een heel apart ziekenbezoek. Samen
strijden in de nood geeft een band.... Dat
geldt voor mij ten aan zien van héél Den
Hoorn!!!
C.H. van Rhijn
predikant van Den Hoorn van 1952-1958
Foto's uit de verzameling van Cor Reij. Een
maal in zijn leven was hij ook zakkenvuller.
21