zich geen zorgen, die zijn allemaal wakker.' Maar toen we na gedane arbeid 'tevreden' - de sluis was dicht- naar huis terugreden, was er nergens meer een lichtje te bespeuren. Kennelijk lagen alle bewoners van de PH- polder op één oor. Pas de volgende dag, op zondagmiddag, hoorde Simon Lap van Zee wijk voor het eerst van de bijna-ramp, die heel Texel en vooral de mensen in de polder, had kunnen treffen. Toen ik terugkwam in de pastorie bleken mijn vrouw en een logerende vriendin nog op te zijn gebleven. Opgelucht kon ik vertellen van het zware karwei: we moesten aardappelzak ken -voor minstens drie kwart met zand gevuld- enkele meters tegen de gladde dijk opsjouwen en doorgeven aan de volgende. Als je dicht bij de kruin stond, werd je soms bijna over de dijk heen geblazen het woest kolkende water in. Eerst werden de zware naar beneden gegooide zakken compleet door de sluisopening heengespoeld. Intussen had de leiding van deze moeilijke klus kans gezien om ijzeren staven in de sluisopening te gooien. De zakken bleven toen voor de sluis liggen en na enkele uren was het gelukt: de sluis was waterdicht! Dit alles had zich afgespeeld in het duister bij het flauwe licht van enkele stormlampen. Ik voelde me wel een beetje trots mijn mannetje gestaan te hebben, daar tussen een hele rij stoere Hoornders! Om tien uur die zondagmorgen moest ik voorgaan in de kerkdienst, dus gingen we nog enkele uren naar bed. Mijn lichte slaap werd even onderbroken door nieuw sirene- en bustoetergeluid. Ik bedacht me dat ik niet meekon, want ik moest preken. De opkomst in de dienst bestond uit 39 vrouwen, ouder ling Simon Wilner, de organist en de koster. Uit de PH-polder was er niemand. Geen wonder, want de storm was nog niet bedaard. De aannemer Jacob Drijver sr. wist door het plaatsen van stukken smalspoorrails de sluis van de Schans te dichten 20

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2002 | | pagina 22