Dat liegt er niet om en die teneur gaat door bij het afscheid van het vaderland: In Oost-lndië aangekomen is het niet veel beter; vrijbuiten en tegen de zwarten scher mutselen. Moraliseren is er niet bij, ook bij terugkeer in het vaderland blijven Trijntje en Wijntje de hoofdzaak: Lezers die menen dat de Texelaars hier niets van moesten hebben moet ik teleurstellen. In één van de verhalen van Dirk Dekker, opge tekend in 'Texels Volksleven' wordt verslag gedaan van een zeemansbruiloft. En jawel, dit lied, ook wel genoemd 'het Oost-Indisch Venuslied' werd daar nog -anno 1830- uit volle borst gezongen. Het is onderhand wel duidelijk dat het vrou welijk aspect, of beter gezegd, het gebrek hieraan, het denken en doen van de zeeman voor een flink deel beheerste. Wat een op winding moet er geweest zijn bij de ontdek king van een verklede vrouw onder de be manning. Een lied 'Een meisje in Texel' is er de tolk van. Plaatselijk nieuws, waar gebeurd in 1789: Er wordt verder gerept van een maagd van 20 jaren. In Amsterdam aan boord gekomen, op de Texelse Rede gesnapt. Sommige ro mantici menen dat dit schering en inslag was, maar het lied getuigt anders: Ook de naam van het schip wil de schepper van het lied niet noemen. Geen alledaagse gebeurtenis dus en zeker tot opluchting van de schipper op tijd voorkomen. Stel je voor een ontdekking midden op de oceaan. Het zou een strijd om de vrouw geworden zijn waar geen Maestro Couverti bij nodig was Het blijkt allemaal wel uit de ontboezeming van onze dichter. Hij noemt zichzelf een rare snaak, maar weet de spijker wel op z'n kop te slaan: Toeval of niet, een jaar na dit voorval ont stond, eveneens op Texel, het bekende lied 'Daar was laatst een meisje loos', uit 1790. Het kan haast niet anders of het gebeurde moet een plaatselijke rijmelaar inspiratie heb ben gegeven voor een parodie. Maar wel één met een ontmaskering midden op zee. En wat gebeurt er dan? Enkele coupletten (zon der herhaling): Tot zover het oorspronkelijke lied. We ver- O Cupido, klein Venuswicht Hoe klinken uw vergulde snaren Zij zijn gekruld in hare schoot Hoe genoeglijk is 't daar in te varen Aan de kaai hoort en wilt verstaan Daar meisjes dagelijks verkeren Al in het huis 'de Blauwe Haen' Daar wij se dagelijks converseren Als wij dan komen in 't vaderland Hoe lustig willen wij dan zwieren Des morgens in de brandewijn En dagelijks in de goede bieren Wel Amsterdamse meisjes Wilt gij mee aan de trant Om met ons ook een reisje Te doen naar 't warme land Gelijk een aardig diertje Dat bij ons is aan boord Die wou voor een pleziertje Al met ons varen voort Haar naam houdt men secreten (geheim) Toen zij nog vrijer was Werd heel anders geheten Wat dunkt u van die tas (meid) Dit doet ons veel verdriete Wijl wij liefhebbers zijn Om vogeltjes te schieten Bij zulke meisjes fijn Ja wij wouden veel liever Dat er vijftig van die soort Tot ieder zijn gerieve Waren bij ons aan boord Zij moest klimmen in de mast Maken de zeilen met touwen vast Maar door stormen en onweer Sloegen de zeilen van boven neer Dit refereert aan het in Den Hoorn gespeelde volksspel 'Strijd om de man en de vrouw1 m.m.v. fanfare DEK o.l.v. Gerrit Couvert alias Maestro Couverti. 11

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2002 | | pagina 13