vinden in de familienaam GOMES.)
Come Jan Pieters had van zijn stichting in de
Waalderstraat de oude Gasthuismeesters als
'administrators' aangesteld. "Dat gasthuis,
waarin rijzende landlopers drie dagen verblijf
hebben, was gelegen aan het einde van de
tegenwoordige zoogenaamde Gasterstraat
aan de zuidzijde". Wanneer dit gesticht is, is
mij onbekend. Als Gasthuis bestond het ze
ker nog in de 1® helft van de 17® eeuw.
In de jaren 1622-1624 krijgt het Gasthuis van
verschillende personen rentebrieven. Nog
later werd het een tehuis voor oude Gerefor
meerde mannen en vrouwen.
De kerk gaat verloren
In 1572 ging de Grote Kerk verloren; de Wa
tergeuzen waren geland in 1571 en hadden
de kerk(en) geplunderd en bovendien in han
den gegeven van de Protestanten, plus de
kapel op de Hogeberg, het Jesuïetenklooster
en alle bezittingen van de schout.
Maaraan alles komt een eind. We
weten niet of de R.K. Kerk alles heeft verlo
ren en heeft moeten afstaan aan de protes
tanten. Die zijn arm; de katholieken zijn rijk!
In ieder geval hadden de katholieken van
1573-1620 een eigen kerk in de Molenstraat,
op welke plaats in 1863 de tegenwoordige
kerk verrees.
We maken een sprongetje in de tijd en ko
men uit in 1719. Op de 31ste augustus van dat
jaar overlijdt de pastoor. Een maand eerder
hebben Claes Jansen Gomes en Sijtje Hen-
drijcks, echtelieden, te kennen gegeven in
een eigenhandig ondertekend stuk, dat zij
zullen nalaten "goederen, tot dienst van den
armen en van de Kerck zou sijn, een stuck
land gelegen in Hallewal genoemt de Sca-
penweijdt met sijn aankleef.
Natuurlijk waren dat niet de enige giften die
werden ontvangen. Over het algemeen was
de kerk rijk en het armenhuis ook. Zij bezaten
flinke stukken land en huizen. Die werden
verhuurd en zorgden dus voor vaste inkom
sten. Ook werd er tegen rente geld geleend
aan "eigen" mensen. In augustus 1771 wer
den de goederen van de kerk getaxeerd op
5250 guldens. De strijd om de (belas
tinginningen met de baljuw Balthasar Huij-
dekooper en de processen die gevoerd wer
den, laten we hier buiten beschouwing. Na
menige confrontatie voor het gerecht ver
kreeg de kerk de toestemming om te verbou
wen. Of, zoals er letterlijk geschreven staat:
de Kerk werd vertimmerd! De kosten beliepen
zo n dikke 2200 gulden (2233 guldens, 19
stuivers en 10 centen). En "het verdient de
opmerking dat timmer- en metselwerk verrigt
is door hen wier nakomelingen nog heden
hetzelfde ambacht uitoefenen, namentlijk
door Klaas Maarten Graaf, Reijer Jans
Spreeuw, Fester Willemsz en Willem Festers.
Onder pastoor Paelen kwam een eind aan de
mogelijkheid om tegelijkertijd én Kerkmeester
én Armmeester te zijn. Op 1 mei 1777 wor
den de eerste Armmeesters benoemd: Cor-
nelis Dirksz Dijt en Cornelis Kooiman. 1)
Apart staat vermeld dat bij octrooi van 23
januari 1777 de Armmeesters verlof kregen
om erfenissen, legaten en schenkingen enz.
te aanvaarden en reeds vóór 1800 heeft men
een aanzienlijk bezit opgebouwd. Maar dat is
bij lange na niet genoeg om het armenwerk
te bekostigen. Lees maar mee:
Bijzondere schenking
Cornelis Klok en Martje Jans Smit schenken
f 2000,- aan de Armenkas met de voorwaar
de dat er honderd jaar lang 24 missen per
jaar zullen worden gelezen, te beginnen in
1810. De pastoor krijgt hiervoor een vergoe
ding van f24,- per jaar. In het kasboek (1817-
1881) staat het volgende op de eerste bladzij-
6
"Wijl echter landhuur, renten, enkel liefdegif
ten en collecte die men in 1796 begonnen
was in bosjes te garen niet toereikend waren
om de armen genoegzaam te bedélen en de
Kerkmeesters krachtens notariële overeen
komst van 13 maart 1778 het tekort zouden
aanvullen door het Armbestuur geld te lenen,
bleef de Armenzorg voortdurend een bezwaar
van de Armenkas.Hoewel de Kerkmeesters
moesten bijspringen, werden er nooit gelden
gerestitueerd. Als later het contract wordt
opengebroken en een nieuwe overeenkomst
wordt gemaakt (1855), worden alle schulden
kwijtgescholden en begint men met een
schone lei.