Bestuurders
17
herverkiezing.
Verder was men niet kiesbaar indien men
in betaalde dienst was van het Armbestuur
leverancier was van het Armbestuur
aannemer was, betaald door Armenfonds
debiteur was van de Armenkas.
Verder werden die mannen uitgesloten die
a. de vervulling van hunnen 'Paaschpligt'
verzuimen of een openbaar ergerlijk levens
gedrag leiden;
b. ontzet zijn uit hun burgerlijke rechten;
c. ontrouw of onbekwaam zijn in hunne maat
schappelijke betrekking.
De leden hebben zitting voor 4 jaar en treden
beurtelings af, vast te stellen door de bis
schop. De 206 zondag na Pasen treedt men
af, maar de aftredende armmeesters zijn di
rect weder herkiesbaar. Je wordt dan het 'jong
ste' lid. De benoeming wordt in de kerk afge
kondigd. Zo werd men ontslagen, eervol, op
verzoek, tijdens de vergadering. Men kon ook
verwijderd worden door de bisschop of bij
ontslag van het gehele armbestuur. De werk
zaamheden waren legio. Er wordt een apart
hoofdstuk aan gewijd.
Maar één van de belangrijkste taken van het
bestuur was toch wel wat staat verwoord in
artikel 28:
- De armen helpen in de parochie, bij voor
keur wezen en de minderjarige kinderen van
behoeftigen, de ouden van dagen en wat niet
al;
- Werk verschaffen;
- Hulp 'op maat' geven;
- Maar, erkende luiaards, dronkaards etc. krij
gen geen hulp!
Natuurlijk moesten de bestuursleden toezicht
houden op de gebouwen, zorgen voor het
onderhoud ervan en voorts zorgen voor een
goed beheer van de verpachtingen, rente
dragende bezittingen en alles wat nodig is
voor een deugdelijk beheer. Maar als er iets
bijzonders moest gebeuren had men eerst de
toestemming van de bisschop nodig. Ze
mochten eigenlijk niet zoveel.
Want, ze mochten:
a. Geen erfstellingen, legaten en schenking
en aannemen of verwerpen.
b. Geen aankopen doen van roerende goede
ren.
c. Niets verkopen, verruilen, verpanden met
erfdienstbaarheid of anderszins bezwaren en
het langer dan 3 jaar verhuren etc.
Ze mochten geen geldleningen doen, gebou
wen afbreken of doen oprichten, instellingen
opheffen, geen processen voeren of alles
moest eerst door de bisschop worden goed
gekeurd. Men moet een brandkast(kist) aan
schaffen om geld en effecten in te bewaren.
De hoofdsleutel gaat naar de voorzitter en de
andere sleutel komt bij een lid van het be
stuur. Dit was om diefstal te voorkomen.
In de uitgaven van 1855 staat dan ook de
volgende post: Een ijzere Geld Kist met
Hangslooten 20:65 (zie pag. 11
In de maand maart moest er rekening en ver
antwoording worden afgelegd en in een geza
menlijke vergadering van Arm- en kerkbe
stuur in april worden overlegd. Vóór 1 juli
moest de zaak zijn afgerond en naar het bis
dom gestuurd worden. De bisschop moest
dan voor 1 november zijn goedkeuring eraan
hechten. Daarna mag de rekening ter inzage
gelegd worden voor het volk.
De cijfers van het jaar 1855 worden goedge
keurd door bisschop F.J. van Vree op 4 octo-
ber1856.
Een stukje geschiedenis van 1855 - 1865
In 1855 is pastoor Grijskamp het hoofd van de kerk
op Texel. In het Kerkbestuur zitten dan P.J. Schra-
ma - Michiel Fz Witte - G. Dekker. Later komen
daar dan Cornelis Sz Dijt, voorzitter - Cornelis Kuip
- Aarj. Fz Witte - J. Schepers - J. Ran en Dirk
Witte bij.
Dijt en Witte hebben zitting in het Armbestuur na
mens het Kerkbestuur. Dat was niet zo ver-won
derlijk, omdat het Kerkbestuur ieder jaar de boe
ken van het Armbestuur moesten controleren en
goedkeuren, alvorens alles naar de bisschop werd
gestuurd.
Van het Armbestuur zijn de volgende namen uit
bovengenoemde periode bekend:
Jacob Simons Verberne, secretaris - Jan Hopman,
penningmeester - Cornelis Sz Dijt, voorzitter - Ja
cob Jacz Smit - Dirk Witte - P. H. Maas - P.
S. Dijt.
resp. van 1858 - 1859 en van 1860 - 1865 pen
ningmeester van het Armbestuur.