Losse katernen In het archief bevindt zich een aantal losse katernen met: "Begrooting van inkomsten en uitgaven der Armenkas van de Parochiekerk van den H. Johannes den Dooper aan den Burg op Texel voor het dienstjaar 1856, 1857,1858, enz. De stukken van 1856 werden ondertekend door de pastoor W. Grijskamp en verder door P. Schrama, G. Dekker en M. Fz. Witte van het parochiale kerkbestuur en goedgekeurd ter vergadering van den 5de maart 1857 door het Armbestuur. De ondertekenaars zijn de zelfden; Cornelis Kuip tekent ook namens het Armbestuur en natuurlijk ook de secretaris Jacob S. Verberne. Op 10 juli van dat jaar komen de stukken te rug uit Sassenheim en zijn bekrachtigd met de handtekening van F. J. de Vree, bisschop. In 1857 zien we de volgende namen: Kerkbestuur: W. Grijskamp, pastoor, Schrama, Dekker en Kuip, Namens het Armbestuur: Cornelis Sz Dijt, voorzitter Jacob S. Verberne, secretaris Jacob Smit, penningmeester. De leden van het kerkbestuur hadden (ook) zitting in het armbestuur voor een periode van drie jaar. Op de jaarvergadering wordt een lid bedankt en tegelijkertijd een andere benoemd. De kerkmeesters hadden voor een onbepaalde tijd zitting. Zo zien we vele jaren achtereen de namen van Cornelis Sz Dijt, Aarie Fz Witte en G. Dekker opduiken. In het bestuur van de Armenkamers is het boeiend te zien wie er na een periode van drie jaar de nieuwe penningmeester wordt. En dat is let terlijk te zien aan de handschriften van hen die in de dikke boeken de financiën bijhou den. Elk jaar werd een begroting gemaakt en een overzicht van inkomsten en uitgaven geleverd door de penningmeester. Dat ge beurt op geschept papier en altijd met de hand. In 1857 worden voorgedrukte papieren van het Bisdom ingevuld; de eerste die daar mee te maken krijgt is Jacob Jbz. Smit. In deze jaren was een begroting niet erg moeilijk te maken. Men beperkte zich tot 6 rubrieken. Als voorbeeld geef ik u een 'begro ting der inkomsten' van de jaren 1856 - 1858. De rubrieken zijn achtereenvolgens: 1verwacht saldo 2. huren van huizen en landerijen 3. zaadland 4. rente van hypotheken, obligaties, aandelen 5. "inzamelinge" ten behoeve van de armen 6. toevallige baten. 1856 1857 1858 1. 250,- 150, - 300, - 2. 1721, 1526, - 1790, - 3. 120, - 82,45 10, - 4. 516,23 543,23 583, - 5. 82,50 113,80 30, - 6. 20, - 30, - 208, - 2709,73 2445,78 2919,75 De uitgaven waren natuurlijk niet gering. De vaste lasten zoals grondbelasting (118,- 48), dijklasten (69,69) en brandverzekering (20,00) kwamen natuurlijk jaarlijks terug. De moeder kreeg een 'tractement' van f 40, - per jaar en dat werd vele jaren niet veran derd. Voor brood werd er f 125,- begroot en f 200,- voor 'winkelwaaren'; spek - f 65,-; melk - f 54,50; turf - f 70,-; kledingstukken - f 100,- en schoenen f 20,-. Naast de armen in het Armenhuis, werden ook de 'buitenarmen' bedacht met: Brood f 100, Winkelwaaren f 75, - Bedeeling f 125, Huishuur f 20, - De rest van de uitgaven werd besteed aan: a. de geneesheer f 50,- b. gesticht van weldadigheid f 7,50 c. uitgaven der huishouding f 95, - d. schrijfbehoeften f3,- e. ontvangloon der huurpenningen f35, - f. plokgeld verhuring hooigewas f 7,- Het grootste deel van de inkomsten komt uit het verhuren van land. Alleen daarvan kan men de uitgaven van een jaar al betalen. Er 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2002 | | pagina 17