Even binnenkijken bij pastoor Andreas van Weert De laatste jaren heb ik een flink aantal Texel se boedelinventarissen overgeschreven. Op zich een saai en vooral langdurig werk, maar het levert veel informatie op. In feite kijk je even binnen in een Texels huishouden. Niet op het meest vrolijke moment, want over het algemeen werd een boedel beschreven na dat er iemand was overleden. Soms waren er ook andere aanleidingen, zoals een faillisse ment of het onder curatele stellen van de boedelhouder. Bijna alle bewaarde boedelbe schrijvingen bevinden zich in het notarieel archief. Als je voor het eerst zo'n inventarisatie door leest, dan valt vooral de volledigheid op. Na een tijdje ontdek je pas dat er zaken ontbre ken. Bederfelijke waar werd nooit genoemd en schoeisel slechts heel zelden. Toch liep men vroeger op Texel niet op blote voeten! Ook ga je patronen zien. In onze ogen is een huis met een honderdtal Delftsblauwe sier- schotels en borden op de lijsten van ramen en deuren heel bijzonder. Het blijkt echter tamelijk gewoon geweest te zijn in de acht tiende eeuw voor de welgesteldere Texelaars om het hele huis vol te zetten met sierporse- lein. Overigens deden de boeren hier niet aan mee, hoe rijk ze ook waren. Tegen het eind van de achttiende eeuw was het modern om het huis soberder in te richten. De vele schil derijen verdwenen van de muren in de Hol landse steden. Sommige Texelaars volgden deze nieuwe trend meteen na, anderen ble ven hun woning zo rijk mogelijk inrichten. In dit artikeltje wordt de inventaris van Andreas van Weert, rooms priester, onder de loep genomen. Hij overleed op 11 november 1808 en werd begraven in de Binnenburg- kerk. Zijn inwonend huishoudster Martha Her tog inventariseerde zijn aardse bezittingen. Samen hadden zij gewoond in de pastorie van de RK-kerk in Den Burg, gelegen aan de westzijde van de Molenstraat. Het huis kreeg omstreeks 1830 het kadastrale nummer 196. In de nummering van de Bataafse tijd was het huisnummer Den Burg 70. Erg interessant is de gedetailleerde beschrij ving van de schilderijen en de boeken die hij bezat. Alleen in het voorkamertje hingen al 35 schilderijen van divers formaat. Natuurlijk mocht 'Maria met het kindje' niet ontbreken in de woning van de priester. Maar er hing bij voorbeeld ook een portret van hemzelf, een aantal wintergezichten en landschappen. Diverse heiligen sierden de muur, waaronder 'St. Anthonius in verzoeking'. De muren in de rest van het huis hingen eveneens vol. Me neer pastoor had in de gang 16 kunstwerken De drie grootsten verbeeldden 'de geboorte van de heere Jesus', een brug en een stad. Als de bezoeker van de pastorie de circa hon derd schilderijen had bekeken, dan werd mis schien wel de opticaspiegel of de koperen toverlantaarn te voorschijn gehaald. Er kon den 157 opticaprenten bewonderd worden. De bibliotheek van Andreas van Weert om vatte ruim driehonderd boeken van uiteenlo pende aard. Religieuze onderwerpen waren uiteraard goed vertegenwoordigd, waarbij opvalt dat een paar van zijn boeken anderhal ve eeuw oud waren. Een voorbeeld hiervan is het boek 'Biblia Sacra, of de geheele heijlige schrifture met figuren', uitgegeven in Antwer pen in 1657. Verder bezat hij diverse woor denboeken, reisbeschrijvingen, geschiedkun dige, vaderlandse en rechtsgeleerde werken. Met het lezen van romans hield hij zich niet bezig. Misschien zal er wel af en toe muziek door de pastorie hebben geklonken, als de pastoor op zijn fluit speelde of het draaiorgel tje tot klinken bracht. Miriam Klaassen Bron. notarieel archief inventarisnummer 4917(1809) 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2002 | | pagina 23