REACTIE 1
In het verhaaltje over de Beukema's naar
Texel, in ons blad nummer 60 op blz. 22/
23, kwamen enige vragen voor, die met
gebruikmaking van het boerderijen boek en
het bevolkingsregister van 1840 groten
deels op te lossen zijn.
Met de Aptenpolder kan de polder Waalen
burg bedoeld zijn. Deze polder had een bij
zondere status. Al in 1742 was de omschrij
ving: 'in de Ambagtheerlijckheijt.' De Beuke
ma's kwamen vanaf Oosterend over Bargen,
langs de Zaandammerdijk via de Limietweg
op de Hoofdweg.
De familie Houwenga werd op de heen- en
terugtocht bezocht. Pieter Bartelsz Houwenga
(Ulrum 1785-vp) (vp=vertrokken van Texel),
was getrouwd met Agatha Abelia Bekkering
(Leens 1792-vp). Zij hadden een zoon, Abra
ham, die in 1820 te Wester Emden was ge
boren. De gastvrije Houwenga was in 1840
vrachtrijder. Hij woonde met zijn gezin bij
Ruimzicht, Hoofdweg 30, maar niet op deze
boerderij.
Pieter Roelofsz Stoepker (Ulrum 1799-
1850) was in het jaar 1838 nog zetboer op de
boerderij Breda, Postweg 27 en kwam daarna
op Vruchtbaaroord, Hoofdweg 18.
P.S. Noordhof was uit Zuid-Holland geko
men als zetboer op de boerderij Sibe-
rië/Blandenberg, Postweg [155], Bij die plek
werd naderhand de nu bestaande boerderij
Weilust gebouwd. Van Noordhof, die vóór het
jaar 1840 van Texel was verdwenen, is wei
nig bekend.
Eelke Rens SINIA (genoemd Sinior) was in
1813 te Grijpskerk geboren. Deze ongehuw
de zetboer woonde in 1838 met vier bouw
knechten en Leentje Tanis als dienstbode in
een keet op Hoofdweg 66, de boerderij Ons
Genoegen/De Volharding is daar gekomen.
KWIK in de twee vestingwerken is een
grappige anekdote, waarvan zelfs Gerrit
Gerrits nooit heeft gehoord. De forten De
Schans en de Redoute werden gepasseerd
nadat van Den Burg via de Schansweg naar
Oudeschild werd gereden. In ijzeren kogels
zat geen kwik. Ook in de -hier nooit
gebruikte- granaten was het gebruik van kwik
onbekend. Voor verontreiniging met kwik
hoeven de bezoekers van De Schans niet
bang te zijn. In Amsterdam, waar spiegels
werden gefabriceerd, werden kwikresten ge
vonden.
Cor Reij
"REACTIE Z
Op het artikeltje over 'een vreemde patrijs'
in ons blad nummer 60 op bladzijde 14/15
werd tweemaal gereageerd. Daarvoor onze
hartelijke dank (Redactie).
Allereerst kwam er een telefoontje van de
oud-Texelaar Cor Kievits, die in Amstelveen
woont. Cor kende de historie van de drank
vernietiging uit een van de vele verhalen van
zijn ome Piet. Petrus (Piet) Johannes Verber-
ne (1893-1969) was textielhandelaar en
woonde Molenstraat 17 in Den Burg.
De goederen van de strandvonderij werden in
Den Burg opgeslagen in een grote geel ge
verfde schuur, die stond op de plek waar later
het voorgedeelte van Casino in de Zwaan
straat werd gebouwd en nu een grote bouw-
kavel is.
De sterke drank was daarheen gebracht en
opgeslagen. Door dikke teerstrepen, die dia
gonaal op de stapels kisten waren gezet, kon
men dadelijk zien of de zending nog compleet
was. Bij de verkoping door de strandvon
der/burgemeester werd de bodemprijs van
tenminste de verschuldigde invoerrechten en
accijnzen niet gehaald, want de centen zaten
in die tijd nogal vast.
Daarna werd de volledige hoeveelheid naar
de hoek van de Zwaanstraat en de Molen
straat gebracht. In het -nog steeds bestaan-
de- rioolputje bij Molenstraat 15 verdween het
kostelijke vocht uit de kapotgeslagen flessen.
Wekenlang rook de buurt naar deze verspil
ling en ome Piet had jarenlang wroeging, dat
hij geen beter bod had uitgebracht.
Mevrouw Els ter Braak-van der Velden te
Oss schreef in de navolgende brief:
'Cornelis Jansz Kalis woonde in Den Hoorn
en was koster van de Doopsgezinde Kerk.
Zijn ouders (vader was Jan Kalis Jan de
Kol) woonden in Den Burg en Cornelis was
3