OOSTERENDER
JEUGDHERINNERINGEN
om moest er ook altijd een familielid klaar
staan om haar in en uit bed te helpen. Zo
hadden zij in de kamer een olielamp aan de
zolder hangen, die vaak walmde door de zui
nigheid. De pit in de brander werd dan te laag
gedraaid en dan had je maar een 'suunig
lichie', op z'n Texels gezegd. Als wij als kin
deren een boodschap voor ze deden, was het
altijd schemerig bij de tantes in de kamer. En
dan vertelde ik dat in Den Burg het elektrisch
licht al brandde en dat de kamer dan zo licht
was dat het net leek of de zon erin scheen en
dat bij de deur een schakelknopje zat dat je
enkel maar om hoefde te draaien! Met open
mond luisterde ze eerst naar mij, maar toen
zij zich realiseerde wat het was en de duivel
al in eigen persoon in de kamer zag staan zei
ze: 'Hou je stil....hou je doodstil. Het is alle
gaar duvelswerk!'
Wij mochten er niet meer over praten. Zo was
ze nu eenmaal. En er waren heel veel men
sen die er net zo over dachten. Misschien niet
in die mate, maar als zij het woord 'elektrisch'
alleen maar hoorden, viel er niet meer te pra
ten. Gelukkig waren er nog wel andere men
sen. Het had enkel nog wat tijd nodig. Een
paar jaar later durfde tante Kneel zelfs het
knopje om te draaien! En ik heb nog nooit
gehoord dat het duveltje, dat toch in ieder
mens zit, haar bij het omdraaien van het
knopje op de vingers heeft getikt!
Tinus Vlaming
Peperstraat 35
Toen ik mijn stukje over Peperstraat 3
schreef (in nr. 58, red had ik niet kunnen
denken dat ik zo gauw al weer iets neer zou
gaan pennen over een ander pand aan die
zelfde Peperstraat in Oosterend. Dat komt
door het leuke artikel dat Tinus Vlaming
schreef over het 'Strend' van zijn jeugd. Toen
hij het had over het lange hekwerk tussen 'de
Vermaning' en de school, zag ik die groen
uitgeslagen palen meteen weer voor me. Er
was alleen een groot verschil. In de tijd die hij
beschreef, bestond 'het Gasthuis' nog en in
mijn tijd was er op de plek van dat afgebro
ken gebouw een rijtje nieuwe huizen ge
bouwd. Aan het middelste ervan, nummer 35,
heb ik de bijzonderste herinneringen, want
van daaruit ging ik de wereld bezien.
Het is op Texel misschien nog wel bekend
dat mijn vader, Huib de Rijmelaar, zwervers-
bloed had. Hij kon nooit lang op een en de
zelfde plaats blijven. Die neiging demon
streerde hij al zodra hij getrouwd was. Zijn
eerste woning was het zgn. huis met de baro
meter, aan de Loswal in Oost. 't Was een ge
hucht, maar een gehucht dat meetelde op het
eiland. Voor zo'n kleine plaats een eigen
school en een eigen fanfare (VIOS) vind ik
heel wat. Zelf ben ik er altijd een beetje trots
Het middelste huisje is Peperstraat 35, vroeger
met bomen ervoor
17