UIT HET LEVEN VAN TINUS VLAMING (*1913) ofl. 5
'Allegaar duvelswerk!'
De dames Bakker van het postkantoor in
Oosterend hielden er niet van als zaken die
hen betroffen, naar buiten kwamen. Het
moest alles maar binnen eigen huis blijven.
Dat vonden de dames het beste. Zelf wilden
ze wel alles weten, en in het postkantoor
hoorden ze nog wel eens wat.
Zo ook nu: een grote elektriciteitscentrale
moest er aan Den Burg komen. En op het
postkantoor vertelden ze dat de centrale
stroom moest leveren aan heel Texel. En ze
hadden ook gehoord dat mijnheer Tiessen de
tekeningen moest maken. Directeur van Ge
meentewerken was vroeger wel een goed
betaalde baan, maar je moest er wel van al
les bij doen. Als er een nieuwe school ge
bouwd werd op het eiland, dan maakte mijn
heer Tiessen de tekeningen.
Zo nu ook met de nieuwe elektriciteitscentra
le; Tiessen kon het wel tekenen. Zo ver
scheen op het Schilderend in 1927 een hoge
schoorsteen en daarnaast de centrale die
heel Texel van licht moest voorzien. Lang niet
alle Texelaars wilden direct elektrisch licht in
de huizen. Ze hoorden allerlei verhalen in die
tijd. Je kon gemakkelijk brand krijgen, zo ging
een verhaal. Aan Den Burg was een heel huis
afgebrand door de elektriciteit. De oudere
mensen deden het liever met de oude olie
lamp, al kon die erg walmen.
Zo had ik op Oost een paar tantes wonen,
tante Kneel en tante Naatje. Zij woonden in
het huis waar Jan en Lia Vonk nu wonen
(Oost 99). Tante Naatje had in haar jonge
jaren kinderstuipen gehad, zij was ook geheel
verlamd. Toen haar ouders, mijn opa en oma
Kooger, overleden waren, werd het voor tante
Kneel bezwaarlijk en zijn ze verhuisd naar
Oosterend. Daar woonden oom Rijer en tante
lm. lm was een zus van mijn moeder, dus
een zus van Kneel en Naatje. Zij kregen in
Oosterend de beschikking over een achterka
mer met een keukentje. In de kamer waren
twee bedsteden waar ze in sliepen.
Zoals ik al schreef, tante Naatje was zowel
geestelijk als lichamelijk zwaar invalide. Daar-
(foto archief Hist.Ver.)
16