schappen verwezen en kon hij de collecte wel vergeten. De kans dat de Texelaars van alternatieve geneeswijzen of kwakzalverij gebruik konden maken, leek erg klein. Het uitvoerende be wind van de Bataafse republiek had aan de couranten verboden iets over 'geheime ge neesmiddelen' te publiceren. In april van het jaar werd door de Texelse Schout, Martinus Langeveld, een nieuw offensief tegen 'vreemde lingen' gestart. Door een eerdere wetswijzi ging was het mogelijk geworden met een ver klaring, vergunning of getuigschrift van een plaatselijk bestuur van de woonplaats van herkomst hun waren of goederen in andere gemeentes 'rond te dragen'. Texel werd zo nu en dan door zulk volk overstroomd. Vooral afkomstig uit Amsterdam, maar ook door jo den en buitenlanders, die niet tot de 'Burgers van de Bataafse republiek' werden gerekend. Daaruit kwam allerlei kwaad voor zoals: slechte waren, ongepermitteerde goederen, afpersingen, verkoop van valse loterijbriefjes, opkopen van gestolen spullen en 'dieverij'. De opsporing van wetsovertreders was moei lijk, niet alleen door de uitgestrektheid van het eiland, maar ook omdat zij -bij goed weer- met een kleine boot uit de zeedorpen konden verdwijnen. De schout wilde in een speciaal 'Regtboek' dit soort bezoekers registreren en bij inschrijving daarvoor twee stuivers laten betalen. De verklaringen of getuigschriften - die soms uitgeleend werden- wilde hij onder zich houden tot het vertrek. De gemeente raad stemde hiermee in. Een ander voorstel van de schout was: in de verklaringen of andere stukken een juist sig nalement op te nemen, zoals reeds bij pas poorten was ingevoerd. Dat kon niet anders dan bij wetswijziging en daarom werd dit idee verwerkt in een verzoekschrift dat naar de 'Eerste Kamer des Bataafsche Volks' werd gestuurd. De beantwoording daarvan duurde jaren. Een andere -maar tijdelijke- rem op de komst van soortgelijke bezoekers waren de jaarlijk se advertenties in een landelijk blad. In juni werd drie keer gemeld, dat tijdens de kermis niet werden toegelaten: Draaiborden, Hazard- en Dobbelspellen, Rijffelaars (schiettenten), Bedelaars en Kwakzalvers. De oud-kastelein, Pieter Coenraadsz Schee pers (1725-Bg 1804) en zijn vrouw Catharina Willemsz ten Boekelaar waren er aan ge wend vreemd volk over de vloer te hebben, hoewel zij al in 1790 hun horecabedrijf De Zwaan hadden overgedragen. Een bijverdien ste was voor de oude mensen nog dringend nodig en daarom kwam Gerrit Schrijvers, die in mei 1801 op Texel kwam, bij hun in de kost. Gerrit vertelde dat hij afkomstig was uit Oudewater (Zuid-Holland) en helaas van zijn vrouw gescheiden was. Hij had een niet op Texel voorkomende broodwinning. Hij geneerde zich (hield zich bezig) met om- loopen tot verkoop van Elixers, Maagkruijden, Oliëteiten etc.' Hoe het Gerrit was gelukt zich op Texel te vestigen, bleef raadselachtig. Vaak werden mensen die op het eiland kwa men met spoed weggestuurd, omdat nie mand zich hier 'metterwoon' mocht vestigen zonder toestemming van het gemeentebe stuur. Zij moesten een bewijs van herkomst overleggen en een bijdrage betalen of een garantiestelling van f 25,- geven ten bate van de algemene armen. Hij mocht dan een trommel vol medicamen ten hebben, toen hij ziek werd konden die hem niet baten en zes weken later kwam hij te overlijden. Pieter Scheepens kon de begrafenis niet be talen en was van zijn commissaal, die finan cieel al lang aan de grond zat, nog geld te goed. Het Algemeen Armbestuur van Den Burg werd ingeschakeld. De armvoogden, Jan Jacobsz Bruijn (1776-1848) en Hendrik Cornelisz van Heerwaarden (1774-1830), regelden op 25 juli de begrafenis. Daarbij had het bestuur een vrijstelling van de belasting op het begraven (Impost), maar voor een plaatsje op het kerkhof aan de Binnenburg met bijkomende werkzaamheden moest toch 15 gulden en twee stuivers worden betaald. De familie Scheepers had wegens kostgelden en het oppassen gedurende Gerrits ziekte totaal 38 gulden en 14 stuivers te vorderen. Nog tijdens zijn leven had Gerrit zijn horloge 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2001 | | pagina 11