Klaas Uitgeest EEN FAMILIENAAM VOLGENS EEN SAGE UIT EEN ONBEKENDE BRON naar Boulogne (Fr). Gezagvoerder was Charles Hudson uit Huil en voer voor de re der Frederich Crundall uit Dover. De 'Tengoy' strandde ten noorden van de vuurtoren, op de buitenrug van het Engelsmangat in de Ei- erlandse Gronden. Tijdens de stranding woei er een westelijke wind; gereefde marszeil; koelte met stormvla gen. Het schip en lading is geheel verloren gegaan. In de Texelse Courant wordt nog melding gemaakt dat een partij steenkolen is geborgen. De schade aan de reddingboot viel wel mee, er was ca. 2 vaam van het dreg touw verloren gegaan, 4 stuks dollen weg en een weinig ingedeukte voorsteven. Het voorstel van de bemanning van de red dingsboot aan de plaatselijke commissie, de hoogste geldelijke beloning en een medaille toe te kennen, werd maar gedeeltelijk door de Noord- en Zuidhollandse Reddingsmaat schappij beloond. Over de verdienste van de TX 4 en haar bemanning wordt met geen woord gerept! (foto's archief Klaas Uitgeest) De Vikings waren echte rovers en landden met hun schepen veel in Zuid Engeland, speciaal in Corn- wall, waar veel kloosters waren. Die kloosters wa ren toen erg rijk en de Vikings plunderden daar alles wat niet vast zat. Er was een heel groot klooster in Poldu in Cornwall en daar vlakbij stond het landgoed 'Tre Uther', waar een vrouw woonde met haar dochter, afstammeling van Koning Arthur. Op zekere dag landde daar een Vikingschip met het plan dat klooster te plunderen, maar de be manning kwam de dochter tegen en namen haar toen ook maar mee. Dat was in het jaar 980. De naam van het schip was 'Bijlgja' en de schipper heette Ari. Ari's vrouw was gestorven bij de ge boorte van een doodgeboren dochter, dus Ari nam dit Engelse meisje aan als zijn dochter en noemde haar Dottir. Ze gingen naar Ijsland, waar Dottir vijf jaar later trouwde met een man die Sigurd heette. Ze woonden in een boerderij met de naam 'Borgar- fjord' in West IJsland. In 986 kreeg Dottir een zoon, die door zijn ouders Jorund werd genoemd, maar Ari, die uit Noorwegen afkomstig was, noem de hem Jaran. Toen de jongen 18 jaar werd, gaf Ari hem een boot met dezelfde naam. Jaran was een echte Viking, net als zijn vader en ging al gauw uit varen. Toen stierf zijn vader en Dottir wilde weer terug naar Engeland, waar bomen en bloemen zijn. Jaran, die inmiddels een meisje had in Bratalid in Groenland, nam proviand aan boord en met een vriend, die Orm heette en een eigen boot had, ging hij zijn moeder terugbrengen naar Engeland. Na een week varen begon het te stormen en door gol ven en wind werden ze naar land gedreven. Later vertelde Orm dat ze verschillende eilanden voorbij werden gedreven en hoe ze uiteindelijk dachten vaste land onder de voeten te hebben, maar Jaran was met zijn boot op een zandbank geslagen, en al probeerde Orm er bij te komen, hij en zijn bemanning moesten hulpeloos toezien hoe de Jaran door de golven te pletter werd geslagen en alle mensen overboord sloegen en verdronken. Naschrift: Als Jaran en Orm door de storm de Noordzee in werden gedreven in plaats van langs de Engelse westkust te varen, op Texel landden, bestaat de mogelijkheid dat Orm daar getrouwd is, zijn eerstgeborene naar zijn vriend heeft vernoemd en de jongen dus Jaran heette. Toen is dat in de loop der jaren verbasterd en Jan Ran geworden. Vooral in de tijd dat de achternamen verplicht wer den en de burgerlijke stand ontstond. (Met dank aan Wil Braam, die de naam Ran in zijn familie heeft) Cor Reij 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2001 | | pagina 28