zieke geest echter niet beter maken: een
paar maanden later gebeurde nl. het volgen
de. Eens in de paar maanden moest de voor
straat een goeie beurt hebben, dat was van
oudsher zo gegaan, ook nu moest het weer
eens gebeuren. Nu was het zo dat het
schrobwater langs haar goot moest om ver
volgens in een put op Achtertune te verdwij
nen, maar zodra zij vermoedde dat bij de bu
ren de straat geschrobd moest worden, stond
ze als het ware al met haar bezem achter de
voordeur om, als het sopwater maar de straat
bereikte, het meteen weer terug te vegen
naar waar het vandaan kwam. Zo schoot het
werk niet op, gedachtig het spreekwoord
'Heen en terug is de weg het langst', maar
mijn vader bracht uitkomst. Toen hij lopend
van zijn schuit thuis kwam en de situatie aan
zag zei hij: 'Nou Immetjebuur, zelle we nou-
ers kieke wie het sterkste is?' Hij nam de be
zem van mijn zusters over en gaf ze de op
dracht water te halen. Tegen zoveel geweld
was zelfs Immetjebuur niet opgewassen en
als een haring vertrok ze al scheldend. De
rust was weergekeerd en het schrobwater
vervolgde zijn weg zoals het altijd al gegaan
was om vervolgens in de brandkolk te ver
dwijnen.
nei vuiyenue ntju ik van uveiievenny. vioe-
ger had je veel meer dan tegenwoordig een
Beurs. Een Beurs was een groep oudere
mannen die na het brood eten bij elkaar
kwam om de dingen van alledag te bepraten.
Later in de avond, onder het genot van een
kop thee of koffie, werd het nieuws van de
beurs thuis verteld. Met mooi weer hielden de
mannen de Beurs op het Achtertune, zodra
het weer wat guurder werd huisde de Beurs
op het plein vöör schoenmaker Klaas Vos bij
het weerglas. Dan wisten zij bij het naar huis
gaan wat de eerstkomende dagen het weer
ging doen. Bij een oostelijke wind zochten zij
wel eens beschutting bij het huis van Imme
tje, wat zij heel niet kon waarderen en waar
om zij soms ook heel kwaad werd. Zo ook
deze keer: de mannen, druk pratend of er nu
wel of geen sneeuw zou komen, werden ver
rast toen plotseling de poort open ging en zij
Immetje met de bezem in de hand zagen en
iemand van de toen aanwezige mannen met
de bezem een klap op zijn hoofd kreeg. Dit
gebeurde zo onverwacht dat nog niemand
van de mannen had ingegrepen. Maar toen
zij weer een klap wilde geven, grepen de an
deren haar vast zodat zij geen klappen meer
kon uitdelen. Dit incident had echter nog een
staartje. De politie werd van het gebeurde op
de hoogte gesteld en er werd proces-verbaal
opgemaakt. Dit kon gebeuren omdat genoeg
mannen konden getuigen. Het resulteerde in
een gevangenisstraf van enke-le weken. Als
een gebroken vrouw kwam zij thuis. Ze heeft
er ook niet lang meer gewoond. Haar familie
en de gemeente samen hebben toen gezorgd
dat zij een plekje kreeg in toentertijd het Ge
sticht van Weldadigheid, wat later Huize Irene
was en tegenwoordig het Verpleeghuis Texel.
Daar is zij in 1930 overleden.
Tinus Vlaming
Tweede huis van rechts is Blazerstraat 1, het huis
van Immetje Dros (tekening N. Koorn-Kikkert,
Texel in Potlood')
16