oogst te geven. Maar Texelse historie op dit
gebied? Buiten het Texelse schaap lijkt er
niets Texels te bestaan in de geschiedenis
van de landbouw- en tuinbouwveredeling.
Natuurlijk kunnen we altijd nog zeggen dat
Texel zijn aparte bloembollen had. De narcis
'Dubbele von Sion' en de gele krokus waren
lange tijd karakteristiek voor de Texelse
bloembollenteelt. Echte Texelse rassen zijn
het natuurlijk niet, want volgens de boeken
werd de genoemde narcis al rond 1620 inge
voerd in Engeland vanuit Florence (Italië) en
ook de gele krokus, een steriele kruising tus
sen twee gele soorten, komt al sinds de 17e
eeuw in West Europa voor. Maar deze beide
rassen hebben wel een grote betekenis ge
had voor de ontwikkeling van de Texelse
bloembollenteelt.
Van iets recentere datum in de bloembollen
sector zijn allerlei kruisingen, zoals die zijn
uitgevoerd door de heer H.C. Dijt en die in
ieder geval ressorteerden in een lelieras 'J.S.
Dijt' en ook een Iris reticulata ras met dezelf
de naam. Mogelijk is er nog veel meer (ge
weest), maar dat weet ik niet. Hieromtrent
graag meer informatie van anderen.
Gelein Jansen heeft een aantal jaren geleden
zijn aardappelras 'Texla' ontwikkeld. In ieder
geval een ras met een zeer hoge weerbaar
heid tegen aardappelziekte. Dit is uiteraard
geen oud ras, maar wel heel erg Texels.
Enige tijd geleden was iemand bij me op be
zoek, die tevens dit uitstapje wilde gebruiken
om een bezoekje aan Huisman van 'De
Veen' te brengen. Laaiend enthousiast kwam
hij weer terug. 'Daar staan een paar soorten
kleinfruit (bessen), die verder nauwelijks
meer te vinden zijn', aldus de bezoeker. In
ieder geval heeft de heer Huisman daarbij
een eigen soort witte bes, Albatros, die als de
zoetste witte bes te boek schijnt te staan.
Kortom, Texel is toch nog wel iets rijker dan
zo op het eerste gezicht lijkt. Er kan nog wel
meer zijn, bijv. een rabarbersoort van een
familie of een soort bonen (al waag ik dat
laatste te betwijfelen, want dan had ik er
waarschijnlijk wat van geweten), die al heel
veel generaties binnen een familie wordt ge
teeld of iets dergelijks.
Eigenlijk zou het boeiend zijn om daar iets
mee te doen. Maar een plantenras is niet iets
om zomaar in een verzameling te stoppen.
Het kan daar immers niet groeien. Behalve
het verzamelen en opslaan van gegevens, zal
er ook op een praktische manier wat mee
gedaan moeten worden. Wat mij voor ogen
staat is te proberen om zoveel mogelijk van
zulke rassen, die voor Texel van betekenis
zijn (geweest), bij elkaar te brengen in een
tuin. Waar en hoe, dat zal de toekomst uit
moeten wijzen en is mede afhankelijk van het
aantal rassen dat wordt gevonden en kan
worden bewaard.
Voorlopig is het eerste belang om zoveel mo
gelijk gegevens te krijgen, leder die iets weet
over plantenrassen van Texelse herkomst of
rassen die op een bepaalde manier met
Texel te maken hebben, wil ik hierbij vragen
dat aan mij door te geven. Vervolgens zou
het waardevol kunnen zijn om een groep
mensen te hebben die zich bezig houdt met
het vastleggen van alle gegevens hierover en
het opsporen en verzamelen van de betref
fende rassen. Deze groep zal zich ook kun
nen bezighouden met de locatie van een
eventuele tuin. Het is toch eigenlijk maar
slecht uit te leggen dat we een museum heb
ben waarin allerlei landbouw- en tuinbouw-
machines en gereedschappen liggen en dat
we niets meer zouden hebben van de gewas
sen waar dat mee te maken had!
Zowel voor gegevens over oude of nieuwe
rassen die wat met Texel te maken hebben,
voor zaden of plantgoed van die rassen, als
ook voor medewerkers aan een soort werk
groepje voor deze gewassen, contact opne
men met
Jaap Vlaming
Schoudieck 44
1791 WG Den Burg
0222 315321
e-mail: Skouer@wxs.nl
4