Als je voor een dubbeltje geboren bent... Of zou de boer van Berkhoeve, na het verwij deren van het bosje op het perceel grond ('Berkhoeve' vanwege het berkenbosje dat er nu niet meer is) een hekel hebben gehad aan sjouwen met emmers en zelf een put hebben geslagen? Welke boer doet zo'n investering? Jan Witte die Berkhove liet bouwen? Z'n op volger Hein Smit? Maar die werd daar pas in 1929 boer en dat klopt dan weer niet met de jeugdherinneringen van de kinderen van Bloemwijk. En dan is zo'n monnikenverhaal helemaal onzin. Kortom, er is een vraag beantwoord, we we ten hoe de put er op het laatst heeft uitgezien. Maar er zijn eigenlijk veel grotere raadsels opgeworpen! Voskuil had even het plan om de put te res taureren, en weer te gaan gebruiken, maar gezien de grondige staat van afbraak zag hij daar vanaf. De boel is dichtgegooid, de gras- plaggen teruggelegd. Alles ligt weer onder gronds zoals we het aantroffen. Irene Maas Met dank aan Maarten Brugge voor het gra ven, n.a.v. de verhalen van Arie Maas, Niek Witte, Theo Timmer en Frans Voskuil. Ltijg? Duit 'Wie er voor een dubbeltje geboren is wordt nooit een kwartje' zei m'n vader nogal eens. Typisch Helders, vanwege die rangen- en standensamenleving van de marine? Ach, ik weet het niet. Ik weet wel dat een dubbeltje raar kan rollen en dat, al was het dan een dubbeltje op zijn kant, een dubbeltje soms toch een kwartje wordt. In elk geval had mijn vader, Jan de manufacturier, of zoals de mensen in de polder zeiden: Jan de lappies- poep, soms een kwartje tussen de dubbeltjes. En dat had z'n broer, de werviaan, mooi niet. Dat was vaste armoede. Maar, eerlijk is eer lijk, wel vast en mijn vader had soms geen stuiver te wisselen, laat staan een dubbele stuiver, een dubbeltje. Er zijn mensen die bang zijn dat straks als de euromunt komt en onze goede gulden ver dwijnt, daarmee ook al die uitdrukkingen in onze taal over stuivers, dubbeltjes, kwartjes en guldens zullen verdwijnen. Maar dat zal wel meevallen. Want onze taal zit vol met uitdrukkingen die teruggaan op geld uit vroe ger eeuwen, want al werd dan de allereerste gulden als florijn in 1252 in Florence gesla gen, het heeft heel lang geduurd eer 'de' gul den in de Nederlanden algemeen aanvaard werd. Doordat Jan en alleman muntrecht had waren er bij het begin van de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) nog diverse guldens in omloop: de clemmergulden uit Gelderland, de Rijnse gulden van de Duitse keurvorsten en een gulden met de beeltenis van Johannes de Doper erop in Groningen. En daarnaast waren er Spaanse matten in omloop en Fran se pistolen, Duitse thalers en Engelse nobels. De gulden was -sinds 1526- in de Nederlan den alleen een rekeneenheid en is pas in 1814 bij de vorming van het Koninkrijk de 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 2000 | | pagina 24