mooie werk van Uw comité en de Texelse
bevolking, die U in staat stelt, en wel in de
vorm van een pennenvrucht voor de Texelse
Courant. Momenteel ben ik nog te zeer ver
vuld van al dat wonderlijke van het oosterse
leven, dat het mij niet mogelijk zal zijn hiervan
een enigszins samenhangend relaas samen
te stellen, "k Ben verrukt van de schoonheid
van dit land. "k Sta er onbevooroordeeld
tegenover en tracht mijn diensttijd tevens
nuttig te maken om zoveel mogelijk indrukken
van land en volk op te doen. Steeds had ik
grote belangstelling van de dingen die hier
gebeurden, en ik beschouw het dan ook als
een voordeel nu in staat te zijn met eigen
ogen iets van de situatie te zien. En zijn nut
heeft het al gehad; op sommige dingen heb
ik nu al een andere kijk dan in Holland. Maar
mijn hoofdconclusie is ongewijzigd en 'k hoop
dan ook van harte, dit het gegeven mag zijn,
dat Nederland en Indonesië thans de weg tot
samengaan mogen vinden in vrede, Het land
hunkert er naar.
BANDOENG, 23 sep. 1949
Je hoeft niet geletterd te zijn om uit te druk
ken wat je voelt, lees maar!
LEUWILIANG, 28-5-'48
Geachte comité,
Al enige malen mocht ik door uw bemidde
ling de Texelsche Courant ontvangen en wil
u langs deze weg hartelijk bedanken.
Ik ben geen briefschrijver, maar wil
toch even een epistel opstellen. Door bemid
deling van u zijn wij, Tesselsche jongens,
steeds op de hoogte van het voornaamste
Texelsche nieuws.
Evenals de andere jongens wordt
ook door mij de krant uitgespeld, tot het
kleinste berichtje en advertenties aan toe.
Als het avondeten door de keel is ga
ik buiten de krant lezen onder het genot van
een 'Heimwee' cigaret. Als de duisternis komt
gaan we naar binnen om daar verder te le
zen.
Ook als ik op wacht moet neem ik
m'n krantje mee om, als ik vrij ben, te lezen.
Gisteren kregen we hier op onze bui
tenpost een radiotoestel, geschonken door
het NIWIN-comité STREEFKERK. Dit zo
zeer gewaardeerde geschenk werd door ons
met blijdschap ontvangen.
Wij Texelsche jongens kunnen nu
zeggen: Oké, wij leven mee met de Texe
laars overzee!
Ik ga nu eindigen met de hartelijke
groeten uit Leuwiliang.
P. Daalder.
In andere delen van Indië, zoals in Martapoe-
ra, lijkt het niet zo rustig als beschreven in de
vorige brief. Op 28 december 1948 gaat
dipl.sold. Jac. Boogaard, Mortierpel. Ost.Cie
5-8RI een brief schrijven:
Geachte Comité,
Al is het nu wel wat laat geworden als gevolg
van de nieuwe toestand hier in Indonesië, wil
ik U allen toch ook van harte nog een gelukkig
en voorspoedig Nieuwjaar toewensen, en met
de hoop, dat U evenals in het afgelopen jaar
wederom in staat gesteld mag worden om
aan Uw verlangen nl. voor de jongens in Indië
te kunnen zorgen en enige verlichting te kun
nen brengen, te voldoen.
Hiervoor heb ik dan ook niets dan lof en be
tuig U ook mijn hartelijkste dank voor al het
geen U allen in het afgelopen jaar voor ons
heeft gedaan. De Texelse courant komt
steeds prompt op tijd en het mag dan ook een
groot geluk worden genoemd dat hij nog
steeds zo goed als volledig verstuurd mag
worden. Want hoe langer je van huis bent,
zoveel te meer begin je het nieuws uit je eigen
omgeving te waarderen.
En dan was het dit jaar met de kerstpakketten
ook weer reuze in orde; ik vond ze zelfs nog
mooier als die van 31 Aug. Weliswaar is er dit
jaar van een volledige Kerstviering niet zoveel
terechtgekomen, maar gelukkig hebben we
allen een kerkdienst kunnen bijwonen en
doordat wij hier tegen de demarcatie zitten,
wat dus V.P. gebied is, kon onze wacht
gedurende een paar uur overgenomen wor
den door de algemene politie en ging de ge-
zamelijke kerstmaaltijd toch nog door. Overi
gens zitten wij hier in Sumatra in een betrek
kelijk rustig gebied en is hier ook nog niets
gebeurd.
En ga ik nu weer eindigen, U allen het aller
beste toewensend en hartelijk gegroet uit Z.
Sumatra.
14