21 4.06 Jan Elias Joansz. Huydecoper (1669- 1744) X 1692 Agatha Gerarddr. Hasselaer (1670-1741). Zij woonden in het huis Het Singel 548. In 1704 werd hij eigenaar van Goudestein en ging zich Heer van Maarsse- veen noemen. Hij was raadslid van Amster dam en in 1740 burgemeester tot 1742. Hij werd begraven in de kerk van Maarssen, waar de familie een graftombe had. Hun zoon Jan (5.08) werd eigenaar van Goude stein en werd Heer van Maarsseveen; 4.07 Constantia Elina Joansdr. Huydecoper (1677-1743) X 1701 Jan Carel Willemsz. van der Muelen (1672-1738). Zoon van Willem Andriesz. van der Muelen en Elisabeth Jo ansdr. Coymans (zie 4.03); De kinderen van Johannes en Maria (4.01): 5.01 Sophia Adriana Johannesdr. Huydeco per (1687-1759) X 1713 Willem Hendrik Wil lemsz. Kerckrinck (1684-1733); 5.02 Johanna Eliana Johannesdr. Huydeco per (1690-1749) X 1720 Nicolaas Nicolaasz. Witsen (1682-1746), burgemeester van Am sterdam. In 1740 werd hij een van de voog den van Jan Pieter Adriaansz. Huydecoper (1728-1767) (zie 6.03); 5.03 Joan Johannesz. Huydecoper (1691- 1709). Hij was als adelborst aan boord van het schip Elswout. Nabij Barcelona overleed hij aan grauwe loop; 5.04 Adriaan Johannesz. Huydecoper (1693- 1740) X 1718 Sara Maria van Asch van Wijk (1691-1728). Adriaan was schout van Wijk bij Duurstede, daarna Commies van 's Lands Magazijnen in Hellevoetsluis. Drie van hun kinderen groeiden op (6.01 t/m 6.03); 5.05 Balthasar Johannesz. Huydecoper (1695-1778). Hij werd Baljuw op Texel in 1732 als opvolger van Hendrik Pietersz. Reael (zie 4.02) Verdere beschrijving volgt. 5.06 Constantia Isabella Johannesdr. Huyde coper (1700-1769). Ongehuwd; 5.07 Adriana Johannesdr. Huydecoper (1703- 1746). Ongehuwd. De zoon van Jan Elias en Agatha (4.06): 5.08 Jan Jansz. Huydecoper (1693-1752) was weer een van de studenten, die een bui tenlandse reis kon maken. Zijn vriend en neef Balthasar (5.05) wilde mee, doch diens voogden vonden het aantasten van diens vermogen niet verantwoord. Jan vertrok in 1714 en verbleef in Parijs en Rome. In 1717 was hij weer thuis op het Singel. In 1721 trouwde hij met zijn nicht Agatha Pietersdr. Reael (1695-1731). Haar vader was de echt genoot van Maria Eleonora Huydecoper (4.02). In 1733 hertrouwde Jan Huydecoper met een andere nicht, Sophia Maria Agatha van der Muelen. zij was een dochter van Wil lem van der Muelen en Sophia Huydecoper (4.03). Jan en Sophia woonden op Silver- stein. In 1744 was Goudestein zijn erfdeel en hij werd Heer van Maarsseveen. De vriend schap met neef Balthasar was verdwenen en de procedure hield hem gedurende de rest van zijn leven bezig. In 1753 kon zijn zoon Jan Elias (1735-) weer ongestoord de titel Heer van Maarssenveen voeren. De kinderen van Adriaan en Sara (5.04): 6.01 Sophia (Sijtje) Maria Adriaansdr. Huyde coper (1719-1771) X 1748 Daniël Parve (1722-1778). Zijn reputatie was bedenkelijk, doch zijn vader was rijk. In 1756 was Daniël samen met tante Constantia borg voor Jantje Huydecoper (6.03) die in dienst kwam van de West Indische Compagnie; 6.02 Adriana (Atje) Adriaansdr. Huydecoper (1726-1762) X 1749 Johan Ortt (1721-1783); 6.03 Jan (Jantje) Pieter Theodoor Adriaansz. Huydecoper (1728-Elmina 1767). Hij was een losbol, die vanaf 1740 zijn voogden proble men bezorgde en met moeite zijn schuldei sers van zijn lijf kon houden. In 1756 vertrok hij naar Guinea (Ghana) in dienst van de W.- I.C. en bracht het tot directeur-generaal. In 1759 werd hij als erfgenaam eigenaar van het huis van de familie Coymans aan de He rengracht, dat hij voor twaalf jaar liet verhu ren. Dan zou hij zo vermogend zijn en daar dan kunnen rentenieren. Het klimaat aan de Goudkust had hem echter voor die tijd ge sloopt. In het boek van Luuc Kooijmans kun je blij ven lezen. De geschiedenis van de slaven handel is bijzonder boeiend voor mensen die

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1997 | | pagina 23