Wandeling Rond 1840 werd een schapenboet in de Hemmer gebouwd. Opdrachtgever Dirk Jaczn Bruin schreef het volgende rijm op de muur: 'Tot nut toch van de boerderij is deze boe gebouwd Ik geloof niemand wie 't ook zij Zal zeggen dat dit rouwd Hij is van 't uitgewonnen geld dat 'k aan Schiedam niet heb geteld 't Is niet uit roemzucht en verheven Maar wel tot voorbeeld hier geschreven'. Dirk Jac.zn Bruin, geb. 1806, gehuwd met Cornelisje Blaauw. Kinderen o.a.: Jacob Bruin, geb. 1831, gehuwd met Reinoudje Lap. Kinderen o.a.: Dirk Bruin, geb. 1850, gehuwd met Trijntje Zuidewind. Kinderen oa.: Willem Bruin, geb. 1873, gehuwd met Neeltje Bruin. 1 dochter: Trijntje Bruin. De 'Rijmelarij heeft dus al een lange voorgeschiedenis! Als ik 's avonds na het eten Nog een eindje wandelen ga Is er zooveel langs de wegen Waar ik altijd stil bij sta. Het zijn de grote bossen wikken Met hun warme paarse kleur En ze geven in de avond Nog een overvloed van geur. Dan zie ik het perk kamillen Op een plek zoo schraal en droog Maar toch heffen ze blijmoedig Het gouden hartje naar omhoog. Langs het fietspad paddebloemen Ja, hun naam is niet zo mooi Maar je moet ze eens goed bekijken Rose en wit als meidoorntooi. Op de duinhellingen de rozen Zonder dorens zijn ze niet Maar je moet ze ook niet plukken Want hun geur krijg je om niet. Ook de vogels zijn je vrienden Vele soorten die je ziet leder uit zich op zijn wijze De leeuwerik zingt het hoogste lied. Wolken drijven naar de einder Nu eens traag en dan weer snel Maar ze horen bij het landschap Met hun licht- en schaduwspel. Ik zou alles niet graag missen Bij 't wandelen in de natuur Waar het al spreekt van de Schepper Waar je hebt een kostbaar uur. Texelse naam voor duizendblad. 18 Regendag Dat de regen nodig is Weten we allemaal Ook ons mooie eiland is Nog wat droog en schraal. Maar nu is de regen daar Ileel de lange dag Grijs en somber blijft de lucht Er blinkt geen zonnelach. Ik weet niet hoe dat u vergaat Maar mij drukt het terneer Ik denk aan beesten op het land In dit barre weer. Alleen de vogels troosten mij Die ik geregeld hoor Soms is het maar een enkeling Soms ook het hele koor. Zij weten dat de regen hen Weer volop voedsel geeft En morgen wellicht weer de zon Aan alles leven geeft.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1997 | | pagina 20