Boerderij °©E WLUT Postweg [124] (E71) Sektie A 374 12 De boerderij 'De Vlijt' wordt opgenomen in het boek 'Boerderijen op Texel, ge schiedenis en naamgeving'. Als voorpu blicatie wordt bij het artikel over het vlieg veld deze boerderij toegevoegd. (Foto: zie blz. 4.) In genoemd boek worden nog twee boerderijen in het gebied van het vliegveld opgenomen. De boerderij werd later 'Vlijt' genoemd en werd vóór 1840 gebouwd door de Sociëteit van Eijer- land, die het toebedeelden aan de combinatie van Van Lanschot, Blussé en Ingenhousz. Door verdere verdeling is het in bezit gekomen van Pieter L.F. Blussé, die in 1884 deze locatie ge schikt vond voor een dynamietfabriek, die niet gebouwd werd. Blussé verkocht in 1912 de hof stede, woonhuis, schuur, twee arbeiderswoningen en 40 ha land in publieke veiling. Voor 24.550,-, gecombineerd met Hoeve Leiden, werd Simon Bregman te Alkmaar de koper, die het geheel met een eendagstransport overdroeg aan Jan van der Velde en Jozias de Koeyer, die in Yerse- ke woonden. Bij de publieke verkoop in 1918 verkochten zij Vlijt met 38.62.40 ha voor 31.355,- aan de gebroeders Keijser: Reijer Pieter Johannesz. (1869-1942) woonde Hogerstraat 4 en Sijbrand Cornelis Johannesz. (bg 1893-Bg 1964), onge huwd, wonende bij zijn ouders op Binnenburg 15. De Keijsers verkochten in 1920 Vlijt met het land aan Leonard Doll, die het in 1923 weer verkocht aan Nicolaas Pietersz. Dros (1877-1945). 'Niek van Piet' droeg in 1928 Vlijt over aan zijn broer Bernardus (1864-1941), boer op De Volhar ding. In 1932 brandde Vlijt door onbekende oorzaak af. Voor de brandweer vanaf De Cocksdorp kwam, was het voorhuis al verloren. Mede daardoor werd aangedrongen op een brandweerstation in Eierland. Er werd een noodwoning gebouwd. De Gemeen te kocht in 1933 Vlijt met ruim 38 ha land voor 18.450,-. De gebouwen werden gesloopt en het land werd als een werkverschaffingsobject ge draineerd. Op het terrein werd een vliegveld aan gelegd. Het eerste toestel landde uit nood. Het was een militair toestel (Fokker C5 1500 kg) met twee personen, dat op 2 februari 1937 in de mist 'De Kooy' niet kon vinden. De officiële opening was op 9 april 1937. Huurders, bewoners, etc: Jacob Cornelisz. Dijksen (Wl 1817-1862) en Martje Cornelisd. Boon. Jacob was hier in 1852 gekomen als huurder vanaf Dorpzicht (De Kist) bij De Waal, terwijl hij de eigenaar was van de Lange Weele. In 1857 hield hij op De Vlijt vijf paarden, acht koeien en een kalf, 40 schapen en twee varkens; Willem Geertsz. Wegman (Kloosterburen 1814- Vlijt 1890) was zetboer en landbouwer en woon de hier met zijn vrouw Geertruida Volkertsd. Im- mega. Notaris Dikkers hield in 1890 boelhuis op Vlijt en verkocht een paard, twee koeien, 38 stuks wolvee, 35 kippen en de 'dode' inventaris. Hendrik Flens bood daarna de boerderij met 35 ha land te huur aan; Jacob Leendertsz. Hartog, getrouwd met Cor- nelia Bakker, kwam in 1890 uit de Anna Pau- lownapolder. Hij was arbeider en zij gingen met vier kinderen in 1902 naar Zuid-Amerika; Cornelis Jansz. Brouwer had met zijn vrouw Neeltje Abrahamsd. van Lenten tot 1892 op Oost- zicht gewoond. Deze familie werd 'de Pettemer' genoemd. Hij werkte hier tot 1902 en verhuisde toen naar hoeve Leiden; Karei Hendriksz. Dalenberg (Schoorl 1850- 1926) was getrouwd met Grietje Roelofsd. Stoep- ker. Hun zoon Hendrik, geboren in 1899 te Ber gen (NH) was in het bezit van het diploma vee- verloskundige. Samen verhuisden ze in 1912 naar Veldheim in Het Noorden; Jos Heijnsdijk hield het tot 1915 vol, dan volg de een boelhuis van vijf paarden, een koe en tien pinken, de hanen en veel gereedschappen; Pieter de Koeyer kwam met zijn vrouw Helena Kruijsse van Axel (ZL) en omdat zijn familie in 1918 Vlijt verkocht, moesten zij met hun kinderen vertrekken. Zij gingen in 1919 naar Graauw in Zeeland; Niek van Piet Dros, die eigenaar was van 1923 tot 1928 en op Wageningen woonde, exploiteerde de boerderij tot 1924. Bij het boelhuis werden 10 paarden, vele wagens en karren, machines en 23 eenden verkocht; Jan Zeeman en zijn vrouw Trijntje Grootes kwamen met hun zeven zonen van Zijpe (NH) en vertrokken na de brand in 1932; Jan Karstanje was een medebewoner, die in 1927 wegens vertrek zijn koe, 4 pinken, 50 kip pen, de hokken, gereedschap en inboedel ver kocht. De Stichting Historie van Boerderijen op Texel, C. Hoogerheide, C.J. Reij en C.G.J. van Empel

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1997 | | pagina 14