DE TWAALF APOSTELEN VAN DE ZWAAN
14
Van dit gedicht zijn op Texel enige afschiften in enigszins afwijkende vormen in omloop.
Veroorzaakt door het vaak overschrijven. Over dertien personen wordt -in verre van vleiende-
bewoordingen iets verteld. Hotel de Zwaan had in 1900 als kastelein Jean Nicolas Isidore
Perrin, die in 1908 Texel heeft verlaten en naar Oostvoorne vertrok. In het jaar 1905 verbleef
Perrin om onbekende redenen gedurende twee maanden in Den Haag. Het gedicht werd in
die tijd gemaakt. Hotel de Zwaan was vele jaren een 'roomse zaak' en een aantal personen
deed pogingen die zaak te behouden. Door hun toedoen is de familie Dernison in de zaak
gekomen. De genoemde apostelen zouden per man voor 300,- borgtocht hebben gezorgd.
Voor de duidelijkheid werden dertien cijfers achtergevoegd om de apostelen aan te duiden.
Nummer 6 zou geen 'apostel' geweest kunnen zijn.
Ofschoon ik van beroep geen dichter ben,
zet ik mij neder met de pen.
Om van hen met een fijn gezicht
eens te maken een gedicht.
De gegoeden uit de kerk vandaan
zijn nog steeds bezig met de Zwaan.
Vergaderen doen zij keer op keer.
Die koekjesman deugt ook niet meer.
Mij dunkt het wordt op 't laatst een grief
De eerste borg is Zoetelief. (1)
De voornaamste dat is Pieter Smit (2)
Zijn lippen gaan alsof hij bidt.
Voor zijn part lag de Zwaan in asch,
als hij er maar geen borg voor was.
En dan die man die zingt op 't koor.
Zijn stem gaat zeker de luigaten door.
Beneden in de kerk hoort men hem niet
dat is die wakkere Jan van Jan Piet. (3)
Die rijmt, dat de leenbank geld uitgeeft
als men twee goede borgen heeft.
Piet geeft muziek op maat.
Hij heeft laatst eens gezegd op straat.
Dat Perrin is wel een goede man
de zaak niet meer sturen kan.
Voor de Graaf (4), het gereedschap van een
knecht,
vind ik dat wel wat veel gezegd.
Die stomme, lompe C.A. de Wit (5)
die ook nog in de vergadering zit.
Geboren is uit Abel Scheet
en van de zaak geen bliksem weet.
Het Armenplaatsje had hij ras,
als er geen Simon Bakker was.... (6)
Als President van 't Armbestuur
slaat hij zo vaak een rot figuur.
Uit het Weeshuis om zijn dommigheid
raakte hij zeer gauw zijn plaatsje kwijt.
En dan die Veeger van de Mient (7)
Verklaring:
(1) Jan Pietersz Zoetelief (Sd 1879-Bg 1952) was
broodbakker en boer. Getrouwd in 1903 en wo
nende Molenstraat 54.
(2) Pieter Pietersz Smit (Hn 1945-Bg 1920) was
schipper en voorzitter van Schuttevaer. Kerk
meester/secretaris. Maker van het Reglement voor
de paardenstallen. Regent van het Armbestuur.
(3) Jan Jansz Witte (Hermanshoeve 1849-Bg
1928). Boer op Vredelust en daarna op Berkhoe
ve. Hij was 'Texels riek en had geen kinderen.
Ondanks zijn zwakke stemgeluid wilde hij graag
solo zingen.
(4) Pieter Klaasz. Graaf (Bg 1875-Hees bij Nij
megen 1923) was in 1904 kassier van de Boeren
leenbank, kerkorganist en muziekleraar. Nog on
gehuwd, later getrouwd met Catharina (Cato)
Diepenbroek. Zij had daarna een fourniturenzaak
in de Hogerstraat.
(5) Cornelis Ariesz Witte (Zuidhaffel 1840-Bg
1923). De WIT voor WITTE kwam eerder vaker
voor. Zijn moeder was Agatha Cornelisd. Verber-
ne en zijn vader Arie Fransz. Witte. (Voor Abel
werd geen verklaring gevonden.) Kees Aai was
boer en landeigenaar. Als voorzitter van het
Armbestuur kocht hij in 1896 Maria Hoeve, We-
sterweg 47. De dichter voelde zich gedupeerd,
het was een boerderij van zijn vader geweest.
(6) Simon Dirksz Bakker (Haarlemmermeer
1865-Mariahoeve 1914). Hij zou geen deel in
actie voor De Zwaan hebben. Simon had van het
Armbestuur in 1903 die boerderij gekocht. Simon
Bakker kan land aan Simon Zijm (8) voor korte
tijd hebben verhuurd.
(7) Cornelis Maartensz Veeger (Ruimzicht Ro-
zendijk 1854-1923) was boer op de Lindehoeve,
Westerweg 32.